Village of Thoughts 15: The chicken farmer


“Grandfather and grandmother Admiraal had a chicken farm on the Achterpad, which later became the Achterweg. The road was built next to the path, so for a while they ran side by side.
They had three barns with chickens. Grandma did all the work. Grandpa did nothing. When he suffered a cerebral infarction he became partially paralyzed. Then we, the children, were sent out almost every day to check on him and take care of him.
That was horrible! We were all afraid of him. Brother Niek often went to grandpa Groenewoud’s, where it was much more fun. So I had to visit Grandpa Admiral very often.
If he had to go to the toilet, which at the time was a wooden shed in the garden with a septic tank, he had to lean on you. His bony fingers clawed into your shoulder and he squeezed really hard. Tears welled up in my eyes!
Fortunately, grandma was nice. She was a lovely woman.”

De kippenboer

“Opa en opoe Admiraal hadden een kippenboerderij aan het Achterpad, wat later de Achterweg is geworden. De weg werd overigens aangelegd naast het pad, dus een tijdje liepen die twee naast elkaar.
Drie schuren met kippen hadden ze. Opoe deed al het werk. Opa deed niets. Helemaal niet meer toen hij een herseninfarct kreeg en deels verlamd raakte. Toen werden wij, de kinderen, er bijna elke dag op uit gestuurd om te kijken hoe het met hem was en om voor hem te zorgen.
Verschrikkelijk was dat! We waren allemaal bang voor hem. Broer Niek ging vaak naar opa Groenewoud, waar het veel leuker was. En dus moest ik heel vaak naar opa Admiraal.
Als hij naar de toilet moest, wat toen nog zo’n houten schuurtje in de tuin was met een septic tank, dan moest hij op je steunen. Dan klauwden zijn knokige vingers in je schouder en kneep hij heel hard. De tranen sprongen in mijn ogen!
Gelukkig was opoe wel aardig. Dat was een lieve vrouw.”

Village of thoughts 14: The North Holland canal


“My grandfather Admiral dug on the North Holland canal. They always hired people from the area to do the excavation work, so he must have done the part here. It was hard work – large parts were dug with shovel and wheelbarrow.
The canal was completed before 1850, but many improvements were made after that. Bends were cut and the canal was widened. Grandpa probably worked on one of those improvements.
It must have been hard for him. He was a lazy man, and unpleasant too. He argued with everyone. He came from a good family, but completely fell on hard times. At some point he had to earn his money by doing odd jobs.
He probably wouldn’t have enjoyed doing that hard work. But yes, you had to do something at that time…”

Het Noordhollandsch kanaal
“Mijn opa Admiraal heeft nog gegraven aan het Noordhollandsch kanaal. Voor het graafwerk werden altijd mensen van de omgeving ingehuurd, dus hij zal het stuk hier hebben gedaan. Het was zwaar werk – grote delen zijn gegraven met schep en kruiwagen.
Het kanaal was al vóór 1850 klaar, maar daarna zijn er nog stukken verbeterd. Bochten werden afgesneden en het kanaal werd verbreed. Waarschijnlijk heeft opa aan één van die verbeteringen gewerkt.
Dat zal hem zwaar zijn gevallen. Het was een luie man, onaangenaam ook. Hij maakte met iedereen ruzie. Hij kwam van goeden huize, maar is helemaal aan lager wal geraakt. Moest op gegeven moment zijn geld verdienen door klusjes te doen.
Hij zal het vast niet fijn hebben gevonden om dat zware werk te doen. Maar ja, je moest toch wat in die tijd…”

Village of thoughts 13: The harbour


“Once there was a boat service in Bergen. The boat sailed to Amsterdam via the North Holland Canal. The harbor was on the Schapenlaan. ‘Harbour’ is too strong a word, because it was nothing more than a turning basin where the steamboat could turn around. One day we went out with school, and we took the boat to Alkmaar. Some children had never been in a boat before! But hey, what do you want? Bergen was a poor farming village, and many people could not afford any outings…”

“Ooit was er een bootdienst in Bergen. De boot voer via het Noordhollands Kanaal naar Amsterdam. Het haventje was aan de Schapenlaan. Eigenlijk is ‘haven’ een te groot woord, want het was niet meer dan een zwaaikom waar het stoombootje kon draaien. Als school-uitje zijn we wel eens met het bootje naar Alkmaar gevaren. Sommige kinderen hadden nog nooit in een boot gezeten! Maar ja, wat wil je. Bergen was een arm boerendorp, en veel mensen konden zich geen uitjes veroorloven…”

Village of thoughts 12: Oude Bergerweg


“When my mother was born, in 1900, there were still plenty of dirt paths in Bergen. But not the Bergerweg. That was a real road with cobblestones, as it was the main road to Alkmaar. When cars entered in the village, the Bergerweg was straightened and our section became a side road, the Oude Bergerweg.
Those cobblestones made a lot of noise. When you lay in bed at night, you could hear the cars coming from far away. Then you waited for the moment the car passed by and the sound slowly faded away…”

“Toen mijn moeder werd geboren, in 1900, waren er nog volop zandpaden in Bergen. Maar niet de Bergerweg. Dat was een echte straatweg met klinkers, want het was de hoofdweg naar Alkmaar. Toen er auto´s in het dorp kwamen, is de Bergerweg rechtgetrokken en werd ons stukje opeens een bijweg, de Oude Bergerweg. 
Die klinkers maakten veel herrie. Als je ’s nachts in bed lag, kon je de auto’s al van ver horen aankomen. Dan wachtte je tot het moment dat de auto voorbij kwam, en het geluid weer langzaam wegstierf…”

Village of thoughts 11: Kranenburg House

“Kranenburg was built by the van Reenens, the family of the Lord of Bergen. It soon became a mayor’s residence. After the municipality of Bergen bought it, it stood empty for a while. An old childhood friend of mine was allowed to live there. Ans Wortel, the painter.
Ans went to school with me. As a child she already could draw well. I could also draw pretty well – at least I spent a lot of time on it. But I was always dissatisfied with the results, so at some point I stopped. Not her. She was Freek’s second cousin, that’s why I knew her. Not my type, way too rough.
I still had an old drawing from her school days. When she lived in Kranenburg, I brought it to her. What a mess there! Everywhere paint supplies, half paintings and things she needed for painting. I got coffee – not normal filter coffee but very strong coffee from one of those pots that you have to press. She had to move stuff on the table aside! And she was so happy, because she no longer had any drawings from that time. In exchange I received two other drawings from her. They now hang at home.”

Huize Kranenburg

Kranenburg werd gebouwd door de van Reenens, de familie van de Heer van Bergen. Al snel werd het een burgemeesterswoning. Nadat de gemeente Bergen het kocht, heeft het een tijdje leeg gestaan. Toen mocht een oude jeugdvriendin van mij er wonen. Ans Wortel, de schilder.
Ans heeft bij mij op school gezeten. Als kind kon ze al goed tekenen. Ik kon ook wel aardig tekenen – ik besteedde er in ieder geval veel tijd aan. Maar ik was altijd ontevreden over het resultaat, dus op gegeven moment ben ik gestopt. Zij niet. Ze was een achternicht van Freek, daarom kende ik haar. Niet mijn type hoor, veel te ruig.
Ik had nog een oude tekening uit haar schooltijd. Toen ze in Kranenburg woonde, heb ik die naar haar gebracht. Wat een zooi was het daar! Overal verfspullen, halve schilderijen en van alles wat ze nodig had om te schilderen. Ik kreeg koffie – geen normale filterkoffie maar enorm sterke koffie uit zo’n pot waar je op moet drukken. Ze moest van alles op de tafel aan de kant schuiven! En ze was zo blij, want zelf had ze geen tekeningen meer uit die tijd. In ruil heb ik twee andere tekeningen van haar gekregen. Die hangen nu thuis.”

Fotokring Eemland exposeert


Eerder schreef ik over de fotobewerkingen geïnspireerd door Hockney. Dat was hier en hier en hier en hier. Een initiatief van Rob Renshoff van Fotokring Eemland om een tentoonstelling te realiseren – en het is hem gelukt!

Curator Mariska Doesburg heeft inmiddels 25 foto’s geselecteerd die samen een mooie eenheid vormen en die in de komende weken te zien zullen zijn in het Rietveld Paviljoen in Amersfoort (Zonnehof 8, 3811 ND). Met daartussen ook één van bovengenoemde foto’s.

Officiële opening  is op 14 oktober 15:00 uur. Kan ik zelf helaas niet bij zijn, maar ik kom zo snel mogelijk

Village of thoughts 10: The convent of the Ursuline Sisters


“Before the war I was an altar boy in the chapel of the monastery. There was a girls’ school on the premisses, the Adriaan Roland Holstschool, and also a boarding school full of girls. Lots of daughters of wealthy parents who were in the Indies and who preferred to have their children at a boarding school. But it was difficult to get near them. The nuns were always around. But you could watch as they walked past, and that was a nice advantage of being an altar boy. And you bet they looked back!

Very occasionally you could have a chat in a hallway. The boarding school had very long hallways, and we sometimes raced to see who could get to the chapel first. Once I forgot to take a turn. The wall was quite hard then!”

Het klooster van de Zusters Ursulinen

Voor de oorlog was ik misdienaar in de kapel van het klooster. Op het terrein was een meisjesschool, de Adriaan Roland Holstschool, en ook een internaat vol meisjes. Veel dochters van rijke ouders die in Indië zaten en hun kinderen liever op een kostschool hadden. Het was moeilijk om dichtbij ze te komen. De nonnen waren altijd in de buurt. Maar kijken kon wel, als ze langsliepen, en dat was een mooi voordeel van misdienaar zijn. En reken maar dat ze terugkeken!

Héél soms kon je in een gang even een praatje maken. Het pensionaat had enorm lange gangen, en we renden wel eens om wie het eerst in de kapel was. Eén keer vergat ik een bocht te nemen. Die muur was toen best hard!”

Village of thoughts 9: The old graveyard


“The old graveyard belonged to the van Reenens. They had bought the Heerlijkheid Bergen and decided to make a cemetery there. Their grave is there too. There is a Catholic part and a part for non-Catholics. We sometimes went there for a stroll, but as everyone is now buried in the new cemetery, I had actually forgotten about the old one. Until I started helping cleaning it up, and I found a few of my ancestors. On the Catholic part of course, because the family used to be very pious.”

“De oude begraafplaats was van de van Reenens. Zij hadden de Heerlijkheid Bergen gekocht en besloten daar een begraafplaats te maken. Ze liggen er zelf ook. Er is een Katholiek deel en een deel voor niet-katholieken. We gingen er wel eens kijken, maar door de nieuwe begraafplaats waar iedereen nu ligt, was ik die oude eigenlijk vergeten. Tot ik ging helpen met schoonhouden en ik een paar van mijn voorouders vond. Op het katholieke deel natuurlijk, want de familie was vroeger zeer gelovig.”

Village of thoughts 7: The Fat Tree


“Did you know that Charlemagne ordered that every village should have a linden tree? The linden was the tree of love: heart-shaped leaves and sweetly scented flowers. Under the linden meetings were held and justice was done. A kind of open air town hall.
Perhaps our Fat Tree was planted in the time of Charlemagne. Hundreds of years old, a whopper! The bench is a gift from the city of Amersfoort, because we took care of their evacuees at the beginning of the war. While our own airfield was bombed!
I don’t think we’ve ever held meetings here. But the tree belonged to the village, our village. Just like the Ruined Church, a symbol of our Bergen…”

“Wist je dat Karel de Grote had bevolen dat elk dorp een linde moest hebben? De linde was de boom van de liefde: hartvormige bladeren en zoet geurige bloemen. Onder die boom werd vergaderd en moest recht worden gesproken. Een soort openluchtgemeentehuis.
Misschien was onze Dikke Boom wel geplant in die tijd van Karel de Grote. Honderden jaren oud, een joekel! Het bankje is een geschenk van Amersfoort, omdat we in het begin van de oorlog hun evacués hebben opgevangen. Terwijl ons vliegveld meteen werd gebombardeerd!
Ik geloof niet dat we hier ooit hebben vergaderd. Maar de boom hoorde bij het dorp, ons dorp. Net als de Ruïnekerk een symbool van ons Bergen…”

Village of thoughts 6: “Ruïned church”


“When you were away, you really longed to go back to Bergen again, to walk around the church in the heart of the village. The church is the symbol of home. After the war we drew our own postcards with the church and other places in Bergen. We sent them to our boys in the Indies. Or we sold them and sent the money to the Indies.”

“Als je weg was, dan verlangde je echt weer naar Bergen, om rond te lopen bij de kerk in het hart van thuis. De kerk is het symbool van thuis. Na de oorlog tekenden we onze eigen kaarten met de kerk en met andere plekken van Bergen. Die stuurden we dan naar onze jongens in Indië. Of we verkochten ze, en stuurden het geld naar Indië.”