
Mijn jeugd was zwaar. Veel gedoe; ik voelde me niet gezien en heb daar veel moeite mee gehad. Het veranderde op een Kerstmis. “Deze Kerst ben ik alleen,” dacht ik. Dat gaf een enorm verdriet, en toen ben ik aan de slag gegaan om de dingen beter te maken. Er kwam hulp van veel lieve mensen. Nog steeds heb ik fijne mensen om me heen. Vrienden bij wie ik op bezoek ga en waarmee ik leuke dingen doe. Een dagje naar het strand, kopje koffie drinken en zo. Het leven is goed nu. Mijn dochter gaat uit huis, en ik verhuis naar haar kamer. Dus ben ik nu druk aan het opruimen, spullen wegdoen. Laatst kwam ik nog twee broeken tegen, dat was een leuke verrassing!