Floating away into the wonderful world of Jugenstil and Art deco. That is another way to go back in time. I love this period of more than a century ago, when books were written with words that had a life of their own and paintings offered a dreamy world where miracles were just about to happen. This portrait was taken almost two years ago, and needed the time to grow into this aquarel style
Something completely different. Bread. The very first I ever baked, and it means so much to me! You have no idea. I took a huge risk given the visitor I expected. Simple recipe: whole grain flour, yeast, water and the simplest oven you can imagine. And it worked! It’s like magic.
Lovely to see the first ones of the year. In the backyard here in Hollandsche Rading, the winter jasmine is abundantly flowering.
Seeing this I realised I desperately need more yellow and summer colours. So this one is of a summer that feels so long ago.
Last one is of a visit to the Museum Voorlinden in Wassenaar. There are a few items on permanent display that bring out the inner child in everyone – at least, they definitely did in me. Like Leandro Erlich’s swimming pool, Ron Mueck’s Couple under an Umbrella, the Open Ended maze of Richard Serra and the tiny elevators of Maurizio Cattelan.
At the moment there is an exhibition of the Italian artist Guiseppe Penone, who works with natural materials like trees and marble and leather, using the objects as a kind of memory or footprint of what has been. If you allow your mind to wander in his world, thoughts of interconnectedness of all visible and physical objects come up, of memories in the physical world and how we give meaning to what we experience with our senses.
This picture below is of Tiger, tiger, tiger; the hidden tigers at the bottom of porcelain of the Ming Dynasty of Ai Weiwei.
A few weeks ago a fellow photographer from Amersfoort gave a presentation on Saul Leiter. Famous New York fashion photographer. Besides his professional work he did a lot of street photography. Educated in the arts and painting, he was looking for a dialogue between colour and remarkable compositions. People are always present in his work, even if it is just a hand or a foot. At first glance, many pictures seem failed, for the main subjects are often only partly visible or blurred. Then it starts to dawn on you. His aim is not to get a nice picture of a person, or a perfect eye-pleasing frame. His aim is to create space, tension, contrast of light and a clash of colours.
So on a rainy night I went out to the city closest to Hollandsche Rading, Utrecht, to try and look with different eyes. Not his eyes of course, for his life was completely different from mine. But my eyes, trying to look as a child to lights, colours and people. The result is a kind of impressionist winter series.
There it was: the red umbrella, so often present in Leiter´s New York pictures.
Wat een prachtig stadje! Nu begrijp ik waarom iedereen aanraadde om eens te kijken in Savannah. Oude huizen in koloniale stijl wekken een Zuideuropese of Latijnsamerikaanse sfeer op. In tegenstelling tot veel andere plekken in de VS kun je uitstekend wandelen in de historische binnenstad. Talloze parkjes – bijna elk tweede blok is park – nodigen uit tot aangenaam verpozen.
Het verleden van de slavenhandel druk een zwaar stempel op de stad. Dit was één van de belangrijkste havens waar schepen met slaven uit Afrika aanlegden. “Als ik de kelders zie, dan moet ik altijd denken aan de mensen die daar misschien opgesloten hebben gezeten,” zei iemand.
Kenmerkend voor deze kuststrook zijn de lang slierten korstmossen die van de bomen hangen, het Spanish moss. En ook dat draagt bij aan die enge sfeer: als ’s nachts de slierten in de wind wuiven, lijken het wel geesten die komen spoken.
“Overdag vind ik de stad mooi, maar ’s nachts vind ik het eng,” zei iemand. Als geen ander weten de Amerikanen ook daarvan een business te maken, want het aanbod van Ghost tours en spookverhalen is enorm.
Eén foto is gemaakt in Beaufort, en stadje op zo’n 30 mijl afstand. Ook prachtig, ook historisch en met een minder beladen verleden. Ik hoop snel nog eens terug te komen, en dan ook Charleston te bezoeken.
Af en toe komt iemand met een leuke vraag. “Ik wil graag zo’n portret met bloemen op mijn hoofd. Maar dan wel met mijn eigen gezicht, want ik wil geen vreemde in mijn huis.”
Et voilá. Een portret in de stijl van de oude meesters.
Ik ben benieuwd: Hoe zou jij jezelf terug willen zien?
Dit is vermoedelijk mijn favoriete bosbewoner: de boommarter. Echte, wilde natuur, zomaar in ons eigen Nederland. Het is alweer twee jaar geleden dat ik er voor het laatst een zag. Vorig jaar vond ik wel een bewoonde boom, maar nét te laat. Het gezin had de boom waarschijnlijk de week ervoor verlaten, te oordelen aan de latrine. Nu zit het moertje er nog. Vandaag tenminste – het zal niet de eerste keer zijn dat een gezinnetje van de ene op de andere dag verdwijnt…
Vandaag een groot deel van de dag gepost bij het nest, om te kijken hoe het staat met de gezinsuitbreiding. Het moertje kwam één maal buiten kijken, en hield het daarna voor gezien. Niet zo spectaculair, maar in het nest waren de jongen te horen. Ik gok dat ze over één of twee weken zo ver zullen zijn dat ze het nest verlaten. Het is te hopen dat iedereen dan de hond aan de lijn houdt.
Zo´n lange dag in het bos geeft altijd nieuwe ervaringen. Bijvoorbeeld de koolmezen en boomklevers, die geregeld langs komen om de latrine te inspecteren. Ik vermoed dat daar wel wat insecten te vinden zijn.
Ook leuk zijn de toevallige ontmoetingen met andere bosbewoners. Zoals deze rode eekhoorn, die even stil hield om te kijken. Verrek, zit daar nou een mens? Ja zeg, het is echt een mens! Nou ja, rustig doorlopen maar, en doen alsof ik hem niet heb gezien…
Eindelijk mochten we weer. Naar buiten en samen zijn. We moeten nog even wachten wat dit voor het aantal covid besmettingen heeft betekend – ik heb in de steden enorme mensenmassa’s gezien, maar iedereen liep in de buitenlucht en het contact in het voorbijgaan was veelal vluchtig. Onderstaand een foto-impressie van het begin van de Koningsnacht in Utrecht, en de dag zelf in het Vondelpark in Amsterdam.
Elk jaar ben ik te laat, maar elk jaar een klein beetje minder te laat. Als de trend zo doorzet, dan zal ik volgend jaar misschien bijna op tijd zijn voor de kersenbloesem. Die hoor je natuurlijk in Japan te zien, maar dat is wat ver. Ik kies voorlopig voor de Japanse tuin in het Amsterdamse bos.
Onderweg naar mijn vader had ik 15 minuten om even snel uit te stappen, de vouwfiets te pakken en wat snapshots te maken. En ik was niet de enige: dranghekken en tijdelijke fietsenrekken moesten de enorme meute bezoekers in goede banen leiden. Nu vind ik mensen op een foto geen enkel probleem – vaak zelfs noodzakelijk om een foto voldoende interessant te maken. Maar dit waren er wat veel; bovendien waren mijn gedachten elders en wilde ik door. Dus hield ik de blik naar boven gericht.Wie volgend jaar zin heeft om met zonsopkomst in de Japanse tuin op de foto te gaan, moet maar even een seintje geven. Zet het vast in de agenda – en dan maar afwachten of de natuur zich aan jouw afspraak houdt.
Ooit was ik in Mallorca, waar ik erg graag de prachtige purperkoet op de foto wilde zetten. Dochter en vriendin hadden niet zo’n zin om mee te lopen en bleven liever in het cafeetje aan het begin van het lange, rechte pad door het moeras. Terwijl ik speurend verder liep hoorde ik ze opeens achter me schreeuwen. Ik draaide me om en gebaarde: “Wat is er?”
Weer riepen ze, en wezen mijn kant op. Ik begreep er niets van, en liep maar verder.
Later vertelden ze me gierend van de lach dat er een vlak achter mij rustig over het pad had gewandeld – die juist in de bosjes indook toen ik me omdraaide. En terwijl ik me omdraaide, rende een tweede achter mijn rug óók het pad over. Zij lagen dubbel – ik merkte niets.
Ik kreeg ze op de foto, maar ik had kunnen wachten tot deze winter. December 2021 werd de eerste purperkoet ooit in Nederland gezien, in Zevenhuizen. Meteen gevolgd door een tweede in Alblasserdam. Ik ben niet zo’n fanatieke twitcher die alle zeldzaamheden meteen afrent, dus ik heb ze lekker laten zitten.
Twee weken geleden was ik op die prachtige zondagochtend in Kinderdijk om de molens te fotograferen – die van de vorige blogpost. Iemand zag mijn telelens, en vroeg of ik nog zeldzame vogels had gezien. “Niet echt,” antwoordde ik. “De cetti’s zanger vind ik altijd wel leuk, want dat was vroeger een echte zeldzaamheid.” Een andere molen-fotograaf merkte op dat hij nog even zijn telelens ging halen voor de vogels. Ik ging rustig naar huis – een uur rijden – en kwam er pas dagen later achter dat die tweede purperkoet dus gewoon vierhonderd meter verderop langs hetzelfde fietspad had gezeten. Waar hij de hele winter had gezeten.
Nou ja, dat was toch wat te veel voor me. Het weekeinde daarna was de verwachting wederom stralend, en ben ik maar teruggekeerd. Nogmaals de molens bij zonsopkomst, en nu ook de purperkoet. Ik denk dat ik hem vanuit het riet heb horen grinniken.
(Op de laatste foto duikelt hij voorover omdat zijn poot bleef haken achter een rietstengel. Beetje onhandig zijn ze wel)