Drie uur ’s nachts werd ik alweer wakker. En vier uur. En vijf uur. Mijn ledematen begonnen er genoeg van te krijgen om nog langer te blijven liggen, en om zes uur stond ik maar op. Ik zag dat er buiten een prachtige ochtend was begonnen.
Ge-wel-dig! Nog geen mens op straat, helemaal alleen tussen de zingende puttertjes, kneutjes en kijk daar, een gekraagde roodstaart! Ik ademde de geurige lucht met volle teugen.
Ik had in bed kunnen blijven liggen en mezelf heel erg zielig kunnen vinden dat ik niet kon slapen. Maar wat een geweldige ochtend heeft dat niet-kunnen-slapen opgeleverd. Dus wat een geluk eigenlijk dat ik niet had kunnen slapen!
Dat is wat je kunt vinden, daar op de bodem van je diepe dal. Dat is wat al die goeroes daar ook hebben gevonden. Het nieuwe leven. Er ís helemaal geen diep dal. Er is alleen maar jouw beleving van een diep dal
Je bent op de bodem. Dieper kan niet. En daar ontstaat het nieuwe leven.
Ik blijf me er over verbazen. Hoe bijzonder is het dat uit wat mineralen en wat vocht – behoorlijk levenloze zaken toch – opeens iets levends kan ontstaan. Iets wat de voedingsstoffen opslurpt en cellen gaat vormen, structuren die naar beneden en naar boven groeien, die licht omzetten in een kracht waarmee atomen en moleculen op een andere manier worden geordend zodat er een boom ontstaat. Bevatten die mineralen en dat vocht misschien ook iets van een levensenergie? Alles is energie, heb ik geleerd. Zelfs materie, zelfs moleculen en atomen bestaan alleen maar uit energie. Zwaartekracht, massa, de keiharde oppervlakte van een rots: op quantumniveau is er alleen maar kracht en energie.
Leven. Zomaar op deze eenzame planeet die door het koude heelal zwerft. Zomaar in het diepste dal waarin je je kunt bevinden…
Allemaal vertellen ze hetzelfde verhaal. In andere woorden, of misschien vanuit een ander gezichtspunt. Eckhart Tolle over de Kracht van het Nu. Byron Katie met haar vier vragen die je leven veranderen. Jan Geurtz over de verslaving aan denken en vinden van je ware zelf. Hans Knibbe over de vrije en pure dimensie van Zijn. Jelle Hermus over Leven met de wind mee. De Dalai Lama over wijsheid voor de moderne wereld. Deze week ontving ik prachtige oude lezingen van Alan Watts; hetzelfde verhaal. De beginselen zag ik terug in de Emotionally Focused Therapy van Sue Johnson, en in de Geweldloze communicatie van Marshall Rosenberg. Is het waar wat je denkt?
Flashback. Twee april. Redeloze woede raast in mij. Als het leven een film was, zou ik superkrachten krijgen en alles in puin slaan, in vuur en vlam zetten. Emoties, gevoel dat ik juist gisteren terug heb gevonden kan nu geen kant op. Woede, alles moet kapot!
Het is grote onzin. Ik weet het. Maar stop het nu eens niet weg. Voel het, net als vroeger, doorleef het, weet dat het onzin is maar laat de energie stromen. Duistere energie, vernietigende energie, maar hoe dan ook energie. Laat stromen, zie hoe het stroomt, voel hoe het stroomt.
Neem de tijd om deze storm te laten uitwoeden, alles te laten vernietigen. Pas als de grond is zwartgeblakerd, kijk dan of er nieuw leven ontstaat…
“Ken je het boek Heidense heiligdommen van Judith Schuyf? Een prachtig boek dat oude heilige plekken beschrijft, zoals bomen, heuvels en waterbronnen. Als je dat lees, loopt je als het ware door dat oude landschap met al die heilige plaatsen.
Ik heb zelf zo’n heiligdom gemaakt: een altaar langs de weg. Een straatbieb waarin ik al mijn oude boeken leg. Hij wordt veel gebruikt. Mensen brengen boeken die ze niet meer willen, en halen er weer nieuwe boeken op. Boeken over zelfhulp zitten er altijd bij. En boeken over seks, die ook altijd. Dat is heel bijzonder. Sommige mensen willen van zo’n boek af, en leggen dat graag in het biebje. Misschien is er iemand overleden of hebben ze het niet meer nodig. Dan is het afleggen van dat boek een soort rituele reiniging; het is tijd dat ik dit boek, dat ooit iets voor mij heeft betekent, doorgeef aan een ander voor wie het wat kan betekenen. En andere mensen vinden dat boek dan daar. Het is het doorgeven van betekenis in de vorm van een boek. Zelf zouden ze dat misschien nooit in een winkel kopen, dat geeft te veel schaamte. Maar ja, als ze zo’n boek in het biebje vinden, dan is het eigenlijk de wil van een Hogere Macht of van het Universum dat ze dat daar tegenkomen. En dan mogen ze het wel een goed thuis geven. Een ritueel ontvangen, als het ware.
Dat is precies wat een altaar is: een plek waar je kunt praten met God of de Goden, en dan een goed gevoel krijgt. De een legt iets af, de ander ontvangt iets. Mijn straatbieb heeft de vorm van een huisje. Net als de straatkapelletjes die je in het landschap vindt. Mijn eigen kleine altaar…”
Ondertussen staren mij van alle kanten ogen aan. De wereld is interpretatie, en wat is de interpretatie van al die ogen? De kleine bonte specht werkt aan een nieuw hol, kijkt even op en besluit dat ik ongevaarlijk ben. Hij hakt door.
De zwarte specht heeft geen boodschap aan mij. Hij zit op de eieren en vraagt zich alleen maar af wanneer zijn partner komt om hem af te lossen.
De grote bonte specht…
Ai…! Ik hoor een plof naast me, een vage kreet en zie een schim opvliegen. De grote bonte specht zat naast me op de grond, en heeft vermoedelijk al zijn aandacht bij mij gehad toen ik langsliep. Een fatale fout. Had hij geweten dat ik geen bedreiging voor hem was, dan had hij misschien het échte gevaar gezien dat van achter op hem neerdaalde. Deze interpretatie heeft hem zijn leven gekost. Op een tak doodt de sperwer het tegenstribbelende dier en vliegt er daarna mee weg.
Het ree dan! Een prachtige spitser, in de kracht van zijn leven. Op de heenweg loopt hij argeloos langs zonder mij te zien. Ruim een uur later hoor ik achter me iets ritselen. De zon is juist onder, en als ik me omdraai ziet hij me deze keer wel. Hij staat stil, zich afvragend hoe hij mij moet interpreteren. Dan besluit hij dat hij zijn hindes moet waarschuwen, die met de kinderen in het bos lopen. Luid blaffend snelt hij weg.
Als laatste komt de das. Ook een zwerver – van al deze dieren voel ik me het meest verwant met de das. Hij ziet niet zoveel, maar interpreteert zijn wereld door te ruiken. Het is een kalme avond voor hem. Hij gaat even naar de toilet en begint dan rustig aan zijn nachtelijke tocht.
Waar ik ook kijk, overal is zó veel te zien! Wat een onvoorstelbare rijkdom. Zo veel moois, zo veel wonderen! ‘Ontroering is jouw emotie,’ zei een vriendin. Ze heeft gelijk, ik ben een en al ontroering en dankbaar dat ik zo mag genieten van mijn interpretatie van de wereld.
“Er gebeuren geen goede of slechte dingen. Elke dag dienen zich dingen aan; goed of slecht is slechts een interpretatie. De hele wereld is interpretatie. Van jou en van mij. Jij bent de enige die een interpretatie kan geven aan jouw wereld. Als je kunt leven in vertrouwen met wat er is en heel je wil uitgumt, dan kun je in de wereld planten wat je wilt. Dan ben je één met de wereld, met het universum en met de kracht die daar achter zit”
Mijn jeugd was zwaar. Veel gedoe; ik voelde me niet gezien en heb daar veel moeite mee gehad. Het veranderde op een Kerstmis. “Deze Kerst ben ik alleen,” dacht ik. Dat gaf een enorm verdriet, en toen ben ik aan de slag gegaan om de dingen beter te maken. Er kwam hulp van veel lieve mensen. Nog steeds heb ik fijne mensen om me heen. Vrienden bij wie ik op bezoek ga en waarmee ik leuke dingen doe. Een dagje naar het strand, kopje koffie drinken en zo. Het leven is goed nu. Mijn dochter gaat uit huis, en ik verhuis naar haar kamer. Dus ben ik nu druk aan het opruimen, spullen wegdoen. Laatst kwam ik nog twee broeken tegen, dat was een leuke verrassing!
“Mijn ouders hebben veel meegemaakt. Armoede en onderdrukking in een dictatuur. Alleen de rijken konden studeren na de basisschool. Mijn vader ging tot zijn veertiende naar het seminarie, maar besefte dat hij nooit priester zou worden en ging werken en daarnaast verder studeren. Hij werd ingenieur, mijn moeder werkte als ambtenaar in een mooie functie bij de gemeente. Zij besteedden al hun energie aan hun onderwijs en later aan het gezin.
Zelf heb ik ook veel meegemaakt. In februari 2005 werd bij mij de diagnose MS gesteld. Twee heftige relapses dat jaar, maar ik heb niet opgegeven. Ik besliste om geen disease modifying therapie te starten, maar wel vitamine D en antioxidanten te gebruiken, hoewel de neuroloog daar sceptisch over was. Ik zie MS als een ‘vriendin’, altijd bij me zoals mijn hoop en mijn geloof. De MRI dit jaar toonde dat de ziekte stilstaat. Er zijn delen van mijn hersenen zonder zenuwcellen – zogenaamde zwarte gaten. Daarom ben ik veel moe, heb ik soms moeite met praten en kost het tijd om prikkels van buitenaf te verwerken. Maar ik blijf doorzetten en genieten van leven! Medelijden hoef ik niet, wel begrip.
Door al het leed in mijn omgeving ben ik sensitief geworden voor het leed van anderen. Zo kreeg ik opeens een sterke aandrang om mijn oom te spreken, een heel lieve man. Dat lukte niet, en twee weken later kreeg ik bericht dat hij was overleden.
Ik voel veel vijandigheid bij de mensen in Nederland, en dat begrijp ik niet. De jeugd is ontevreden en gaat dingen slopen. Waaróm? Waarom gebruik je die energie niet om iets positiefs en constructiefs te doen? Dan moet ik altijd denken aan mijn ouders, die zo hard hebben gewerkt om zoveel moois te maken.”
“Hoe gaat het?” vroeg een vriendin. “Goed,” zei ik, en was vervolgens vier uur lang aan het vertellen. Over de reis. Vertellen over reizen is leuk.
Vanochtend kwam de zon op door de bomen. Oranje hemel, mistige achtergrond. Ik zag de wirwar van takken en dacht: Dat lijken mijn verhalen wel! Jazeker, er zit structuur in. Maar de verhaallijntjes krioelen door elkaar. Lijntjes komen samen, en vormen een boom. Samen vormen de bomen een bos. Als je er licht op laat schijnen, zie je hoe complex alles in elkaar zit. En hoe mooi.
Bomen die het zicht belemmeren. Of toch niet? Opeens een verrassend doorkijkje.
Laat het licht schijnen. Fiets naar het onbekende. In het vertrouwen dat het fietspad wel zal doorgaan, en dat de mist niet opeens het einde van de wereld blijkt te zijn.