Last month´s sketches

Something completely different. Bread. The very first I ever baked, and it means so much to me! You have no idea. I took a huge risk given the visitor I expected. Simple recipe: whole grain flour, yeast, water and the simplest oven you can imagine. And it worked! It’s like magic.

Lovely to see the first ones of the year. In the backyard here in Hollandsche Rading, the winter jasmine is abundantly flowering.

Seeing this I realised I desperately need more yellow and summer colours. So this one is of a summer that feels so long ago.

Last one is of a visit to the Museum Voorlinden in Wassenaar. There are a few items on permanent display that bring out the inner child in everyone – at least, they definitely did in me. Like Leandro Erlich’s swimming pool, Ron Mueck’s Couple under an Umbrella, the Open Ended maze of Richard Serra and the tiny elevators of Maurizio Cattelan. 

At the moment there is an exhibition of the Italian artist Guiseppe Penone, who works with natural materials like trees and marble and leather, using the objects as a kind of memory or footprint of what has been. If you allow your mind to wander in his world, thoughts of interconnectedness of all visible and physical objects come up, of memories in the physical world and how we give meaning to what we experience with our senses. 

This picture below is of Tiger, tiger, tiger; the hidden tigers at the bottom of porcelain of the Ming Dynasty of Ai Weiwei.

Ugly little plant


It´s not what you see. It never is.
It´s what you think you see.
 
This is an ugly little plant. You might think it is nice, with delicate flowers, but that is because I´m a great photographer (– cough! –). It has been in our family for sixty years. It is tiny, with small leaves and even smaller flowers, and after flowering it shrivels, dies and disappears again.

And then after a short while, it comes back alive.
As long as I can remember it has been in our house. My father made a little note that lies besides it: “No one ever said: ‘What a nice little plant!’ We don’t think much of it either.”
 
But it’s not  about what we see with our eyes. It’s what we see with our minds. It is a sole survivor of the flowers arrangements of my parent’s wedding. If I look at it, I see my parents wedding pictures. Amsterdam, black and white, sunny day and everyone radiating from happiness! A strong little fellow. It survived my mother, and it will probably survive my father as well. Who knows, it might even survive me…
 
I secretly took a cutting of it, and grew it at home. It needs little care, just a little light and a little water – not too much! It keeps on growing, flowering, dying and rising up again.
Look really, really close, and see how beautiful these tiny flowers are!
 
I do think it is a nice little plant after all
 

46. Rust

Chateau Valogne was een verademing. In meerdere opzichten een tussenstop op deze zwerftocht. Ik genoot van de heuvels van de Morvant en de vele planten en dieren die er waren te zien. IJsvogels scheerden over de rivier, grauwe klauwieren postten op de telefoondraden, zwarte roodstaarten hadden hun nest boven één van de houten karren, knautia’s bloeiden, kleine parelmoervlinders fladderden rond en waterjuffers – ik denk azuurjuffers, maar kon de fel oranje stigmata niet plaatsen – waren volop bezig met hun paringsrituelen. En de rode rozen… met de kennis van nu beschouw ik die als een aankondiging van wat later zou komen.

Het kasteel deed iets met mij. En het gooide er nog wat bovenop dankzij het boek dat mijn dochter mij cadeau had gedaan: The 7 1/2 deaths of Evelyn Hardcastle van Stuart Turton. Een bijzonder verhaal, waarbij de hoofdpersoon in een (Engels) landhuis met allerlei kamers en gasten een moord moet oplossen. En daarbij op een of andere manier dezelfde dag beleeft in verschillende lichamen, met de bijbehorende verschillende karaktereigenschappen. Ondertussen zat ik in een groep mensen met allemaal hun eigen karakter en geschiedenis, die naar dit kasteel in Sommant waren gekomen voor meditatie en begeleiding op hun spirituele pad door Jan Geurtz – met als uitgangspunt dat het ego, en dus je karakter, ook maar een verzinsel is. In dit kasteel met al zijn gangen en kamers en mensen, was er bij het wegleggen van het boek altijd even wat verwarring als mijn geest het verhaal uit het boek verving door het verhaal van de werkelijkheid. Oh ja, er was een boek met een Engels kasteel vol mensen en een hoofpersoon die iets moest oplossen, en er was een verblijf in een Frans chateau ook vol mensen en een hoofdpersoon die iets wilde vinden.

En wat dan met die geest uit het verleden? Tijdens al dat speurwerk zag ik opeens parallellen tussen de middelbare schooltijd en de groepsprocessen die zich daar afspeelden, en de groepsprocessen hier. De gevoelens van nu leken sprekend op die van vroeger. En dus liet ik me maar meestromen met wat zich aandiende.

Wat ik zeg: het was een verademing.

34. Verwachting

Nee, het wordt geen ontmoeting. “Ik heb moeite met verwachtingen die mannen vaak van me hebben,” schrijft ze. “Ik voel me zelden tot iemand aangetrokken. Enthousiasme voel ik als ballast. Ik ben zeer gevoelig.”

Zelden aangetrokken. Ik ben verbaasd. Heeft ze het over mij? Ben ik enthousiast, heb ik verwachtingen? In dat laatste moet ik haar onmiddellijk gelijk geven. Ja, natuurlijk heb ik verwachtingen. Als ik ’s ochtend uit bed spring dan verwacht ik dat er naast het bed een vloer is die mij opvangt, en dat ik niet in een peilloze diepte stort. Ik denk er nooit zo over na, maar verwachtingen zijn de lijm van mijn wereld. Ik zal mijn macro lens maar meenemen, want misschien staat er wel ereprijs in de berm.

Een verwachting is een idee, een verhaal over de toekomst. Een verzinsel dus dat waarheid kan worden of niet. De verwachting zelf zal niet haar probleem zijn. Wel het gevoel bij die verwachting. Ik hoop maar dat er ereprijs staat! Hoopvolle verwachting leidt tot spanning, en spanning leidt tot vreugde of teleurstelling. Deze zwerftocht ben ik zonder doel begonnen, met alleen een vaag idee over de richting die ik zou gaan. En nu begint iemand over mijn verwachtingen, om vervolgens een barrière over mijn pad te gooien.

De ereprijs staat in de berm, en ik ben blij. De ontmoeting komt er niet, en ik realiseer me dat ik een schurend gevoel van afwijzing voel. “Ik denk dat verwachtingen zelden worden losgelaten,” schrijft ze, nog voordat ik heb kunnen nadenken over aantrekken, verwachten, ontmoeten en ereprijs. Morgen toch maar even uitkijken voordat ik weer uit bed spring.