Venus guided us all the way home after the Vienna trip. The picture from the plane resembles a bit the picture I took at home a few days ago, with Jupiter and Venus in conjunction.
Tonight, Venus and Jupiter are standing very close together in the sky. That is: they’re standing very, very far apart, but they appear to look close together to us.
In the sunset picture you can see them cosily in the top right corner, in between the greylag geese. Beautiful sunset today.
I also took a few pictures with the standard 500 mm lens, and was very surprised about the details. You actually see the little balls in the sky, and a few moons around Jupiter. Always makes me feel like that little boy, staring into the sky with a small telescope and dreaming of the stars…
A few days ago I was on the ground with my nose in mushrooms. Today I looked up in the sky. I had completely forgotten about it: the partial eclipse. Fortunately a colleague sent a message: “It’s happening right now!”
I grabbed my camera and ran outside – just in time to see the moon at its maximum cover of one third of the sun.
Same picture twice, just a different crop.
Next show in the Netherlands is predicted in 2025. Already looking forward to it.
I saw a group of fly agarics, very nice for a beautiful night portrait. But when I arrived at the site in the dark, they had disappeared, broken down. Maybe run over by dogs, maybe taken by passers-by, but gone.
Fortunately the flashlight showed a few nice specimens in a meadow along the path. I knelt in the grass, put the flashlight on the camera bag and started to set up my gear: small tripod under the camera, setting ISO / shutter speed / aperture, focus… and then I heard something buzzing and rustling in front of me.
“Must be a beetle!” I thought hopefully. It sounded like a big one. Also nice for a night photo!
The insect jumped to the light, and tried to sort of crawl into the flashlight.
Not a beetle, but a European hornet. Our largest native wasp, even larger than the so-called terror wasp, the Asian hornet. One of those whoppers that you can hear flying by like a helicopter. Immediately afterwards, a second one landed in the illuminated grass. That one also seemed very interested in the light.
European hornets are quite large in their own right, but I did not know that they grew even three times as large in the dark. And that each hornet split into several individuals during the night. That is to say, these two insects sounded like there were five or ten of them.
The first one became bored with the flashlight, and began to inspect my camera. The second one flew first to the light, then to my camera bag. I wondered how I could lie down and operate my gear without running the risk of accidentally grabbing an insect. And I wondered if these two would be the only ones. A memory came to mind: that time when I accidentally sat on the edge of a lake on top of a wasp’s nest in the ground, and after being stung twice in my leg had to run to avoid worse. And I remembered the articles I’d collected about dogs, hikers, and cyclists accidentally getting too close to a ground nest of European hornets and being attacked by an angry swarm. Then the first hornet decided to inspect me.
I turned off the light and took a little distance. And after a minute or so, when all movement and noise subsided, I carefully walked back to get my stuff and go home. No night photo of the fly agarics today.
I didn’t go back until two days later. And what I hoped for, succeeded this time: catching the spores being spread by the fly agaric. There is a lot of Photoshop in this photo, but the spores are really real! Wonderful to experience the magic of the forest this way.
I learned a few things. The fly agarics are always redder on the other side of the path. European hornets are three times larger at night than during the day, and split into several individuals at night. And for forest photography you sometimes need a little patience
Dit is vermoedelijk mijn favoriete bosbewoner: de boommarter. Echte, wilde natuur, zomaar in ons eigen Nederland. Het is alweer twee jaar geleden dat ik er voor het laatst een zag. Vorig jaar vond ik wel een bewoonde boom, maar nét te laat. Het gezin had de boom waarschijnlijk de week ervoor verlaten, te oordelen aan de latrine. Nu zit het moertje er nog. Vandaag tenminste – het zal niet de eerste keer zijn dat een gezinnetje van de ene op de andere dag verdwijnt…
Vandaag een groot deel van de dag gepost bij het nest, om te kijken hoe het staat met de gezinsuitbreiding. Het moertje kwam één maal buiten kijken, en hield het daarna voor gezien. Niet zo spectaculair, maar in het nest waren de jongen te horen. Ik gok dat ze over één of twee weken zo ver zullen zijn dat ze het nest verlaten. Het is te hopen dat iedereen dan de hond aan de lijn houdt.
Zo´n lange dag in het bos geeft altijd nieuwe ervaringen. Bijvoorbeeld de koolmezen en boomklevers, die geregeld langs komen om de latrine te inspecteren. Ik vermoed dat daar wel wat insecten te vinden zijn.
Ook leuk zijn de toevallige ontmoetingen met andere bosbewoners. Zoals deze rode eekhoorn, die even stil hield om te kijken. Verrek, zit daar nou een mens? Ja zeg, het is echt een mens! Nou ja, rustig doorlopen maar, en doen alsof ik hem niet heb gezien…
Soms vind je vlak bij huis de meest exotische locaties. Vorige week was ik in het Belgische Oostende, dat me verwende met een paar prachtige zonsondergangen. Met het on-Nederlandse licht leek het ver, heel ver weg. Dichtbij of ver weg, uiteindelijk zit het allebei in jezelf…
Elk jaar ben ik te laat, maar elk jaar een klein beetje minder te laat. Als de trend zo doorzet, dan zal ik volgend jaar misschien bijna op tijd zijn voor de kersenbloesem. Die hoor je natuurlijk in Japan te zien, maar dat is wat ver. Ik kies voorlopig voor de Japanse tuin in het Amsterdamse bos.
Onderweg naar mijn vader had ik 15 minuten om even snel uit te stappen, de vouwfiets te pakken en wat snapshots te maken. En ik was niet de enige: dranghekken en tijdelijke fietsenrekken moesten de enorme meute bezoekers in goede banen leiden. Nu vind ik mensen op een foto geen enkel probleem – vaak zelfs noodzakelijk om een foto voldoende interessant te maken. Maar dit waren er wat veel; bovendien waren mijn gedachten elders en wilde ik door. Dus hield ik de blik naar boven gericht.Wie volgend jaar zin heeft om met zonsopkomst in de Japanse tuin op de foto te gaan, moet maar even een seintje geven. Zet het vast in de agenda – en dan maar afwachten of de natuur zich aan jouw afspraak houdt.
Ooit was ik in Mallorca, waar ik erg graag de prachtige purperkoet op de foto wilde zetten. Dochter en vriendin hadden niet zo’n zin om mee te lopen en bleven liever in het cafeetje aan het begin van het lange, rechte pad door het moeras. Terwijl ik speurend verder liep hoorde ik ze opeens achter me schreeuwen. Ik draaide me om en gebaarde: “Wat is er?”
Weer riepen ze, en wezen mijn kant op. Ik begreep er niets van, en liep maar verder.
Later vertelden ze me gierend van de lach dat er een vlak achter mij rustig over het pad had gewandeld – die juist in de bosjes indook toen ik me omdraaide. En terwijl ik me omdraaide, rende een tweede achter mijn rug óók het pad over. Zij lagen dubbel – ik merkte niets.
Ik kreeg ze op de foto, maar ik had kunnen wachten tot deze winter. December 2021 werd de eerste purperkoet ooit in Nederland gezien, in Zevenhuizen. Meteen gevolgd door een tweede in Alblasserdam. Ik ben niet zo’n fanatieke twitcher die alle zeldzaamheden meteen afrent, dus ik heb ze lekker laten zitten.
Twee weken geleden was ik op die prachtige zondagochtend in Kinderdijk om de molens te fotograferen – die van de vorige blogpost. Iemand zag mijn telelens, en vroeg of ik nog zeldzame vogels had gezien. “Niet echt,” antwoordde ik. “De cetti’s zanger vind ik altijd wel leuk, want dat was vroeger een echte zeldzaamheid.” Een andere molen-fotograaf merkte op dat hij nog even zijn telelens ging halen voor de vogels. Ik ging rustig naar huis – een uur rijden – en kwam er pas dagen later achter dat die tweede purperkoet dus gewoon vierhonderd meter verderop langs hetzelfde fietspad had gezeten. Waar hij de hele winter had gezeten.
Nou ja, dat was toch wat te veel voor me. Het weekeinde daarna was de verwachting wederom stralend, en ben ik maar teruggekeerd. Nogmaals de molens bij zonsopkomst, en nu ook de purperkoet. Ik denk dat ik hem vanuit het riet heb horen grinniken.
(Op de laatste foto duikelt hij voorover omdat zijn poot bleef haken achter een rietstengel. Beetje onhandig zijn ze wel)
“Geen windmolens meer! Ze ontsieren het landschap!” Niks bijzonders die uitspraak, ware het niet dat het artikel dateerde uit achttienhonderd-zoveel. Ook toen al protest tegen al dat moderne gedoe dat ons landschap helemaal naar de vernieling hielp. Het is lang geleden dat mijn vader het artikel liet zien – Ik hoop dat ik het ooit nog ergens terugvind in zijn huis.
Dilemma: ’s ochtends nog even omdraaien in het warme bed, of eruit springen en op pad gaan? De keuze voor naar buiten is eigenlijk altijd de beste. Alle zintuigen worden geprikkeld: je voelt de koelte, het vocht, je ruikt de naderende lente, je hoort het ontwaken van de natuur… Misschien is dit wel de essentie van leven: om de schoonheid van de wereld zo intens te voelen binnenkomen.
En dan dat magische moment…
Terwijl aan de ene horizon de zon opkomt, gaat aan de andere de maan onder.
Er is maar één nadeel op een plek als deze. Je blijft foto’s maken. Elke minuut verandert het licht en is er weer iets nieuws te zien…
Er is maar één nadeel op een plek als deze. Je blijft foto’s maken. Elke minuut verandert het licht en is er weer iets nieuws te zien.
Een laatste blik op de windmolens… en dan op naar de volgende verrassing!
En alweer dwarrelt er Saharastof door de Europese atmosfeer. Een jaar geleden gebeurde dat ook al. Flinke overlast in Spanje, maar hier vooral prachtig gekleurde zonsondergangen. De volle maan maakt het plaatje compleet.