
Photoshoot for the start of a new business, in the woods near the studio in Hollandsche Rading
Photoshoot for the start of a new business, in the woods near the studio in Hollandsche Rading
Wat een lieve mensen! Ze kwamen net van het Rijksmuseum, een tentoonstelling van Erwin Olaf. Nog helemaal in fotosfeer, en ik mocht hen best op de foto zetten. “Misschien ben jij wel de nieuwe Erwin Olaf!” lachten ze.
Vrijdag had ik voor de film Yesterday, waar ik met een verstokte Beatle-vriend naartoe ging, nog een uurtje over. Ik kom niet vaak meer in Amsterdam, dus besloot wat straatfotografie te doen. Een uitdaging ver buiten mijn comfort zone: ik moet aardig wat weerstand overwinnen om wildvreemden aan te schieten met de vraag of ik hen zomaar mag fotograferen. Gelukkig levert het naast leuke foto’s vaak ook heel leuke gesprekjes op.
De stad is een prima locatie voor portretfoto’s. Als je houdt van terrasjes, het geroezemoes en leuke straatjes, dan staat niets je in de weg om zo’n plek te kiezen voor jouw fotoshoot. Het kan verrassend andere plaatjes opleveren. Natuurlijk moet zo’n plek wel bij je passen, en om eens te spelen met die gedachte heb ik hier vier tips die je te helpen bij het kiezen van een locatie.
2. Welke sfeer zou je willen op jouw foto? Rustiek, energiek, stoer, hard, mysterieus? Het is leuk om te kijken of de locatie die sfeer kan versterken. Bij rustiek denk ik aan theetuinen, landhuizen, parkjes en vee in weilanden. Bij energiek denk ik aan bedrijvigheid, ambachten of sportiviteit. Bij hard aan glas en staal en betonnen constructies. Zo kun je bij elke sfeer een passende locatie bedenken.
3. Wil je iets van jezelf laten terugkomen in de locatie? De omgeving waarin je je bevindt kan iets vertellen over jou. Misschien wat je werk is of je bedrijf. Misschien je thuis: je favoriete stoel, het drukke behang, je oude keukentafel. Of je hobby: je groentetuin, je boekenkast, je auto of je schaakclub. De omgeving kan zelfs een verlangen of een wens uitdrukken: een luchthaven, een oerwoud of de coulissen van een toneel. Wat zou jij van jezelf willen laten zien?
4. Overweeg een bijzondere, misschien iconische locatie. Nederland heeft heel wat plekken die een prachtige omgeving kunnen vormen voor portretfoto’s. Vuurtorens. Kastelen. Grachten. Treinwagons. Voor bijzondere locaties hoef je vaak niet eens zo ver te gaan. Kijk de komende dagen maar eens in je eigen omgeving. Ik ben ervan overtuigd dat je overal perfecte plekken ziet voor jouw volgende fotoshoot.
En net als Erwin Olaf en die lieve voorbijgangers op de Amsterdamse Singel ben ik er altijd voor in om iets nieuws of iets onverwachts uit te proberen voor jouw perfecte portret!
Hoe kom je mooi op de foto? Opvallend veel mensen zijn daar onzeker over, of hebben een snel excuus: ‘Ik ben niet fotogeniek. Ik sta nooit goed op foto’s.’ Akkoord, we zijn niet allemaal George Clooney of Julia Roberts. Maar heus: iedereen kan geweldig op de foto komen.
De mooiste portretfoto van mijzelf kwam uit een automaat. Geen fotograaf, maar gewoon zo’n fotohokje waar je inkruipt en het gordijntje dichtschuift. Genomen vlak nadat ik was geslaagd voor mijn rijbewijs, en mijn vader mij direct meesleepte naar de provincie voor de officiële papieren. Op die foto straalde ik. Opluchting, blijdschap en het gevoel van bevrijding werden keurig door de automaat gevangen en vastgelegd. Het werd de allermooiste foto ooit, die bij de verlenging van mijn rijbewijs helaas verloren is gegaan.
Een rijbewijs haal je niet elke dag, maar gelukkig zijn er meer trucs die jouw foto geweldig kunnen maken. Tijdens het poseren help ik met aanwijzingen en kun je gerust ideeën uitproberen. Kun je niet wachten en wil je jouw perfecte pose alvast oefenen? Dan heb ik hieronder zes tips voor je.
2. Draai je lichaam weg van de camera, meestal naar het licht. Of je nu staat of zit: een kwart slag draaien is perfect. Dat oogt soepeler dan een frontaal lichaam, dat als een blok recht voor de camera staat. Tenzij je graag als een blok overkomt, zoals een worstelaar. Sta losjes en natuurlijk. Soms helpt het om op je achterste been te steunen, het voorste licht gebogen of gekruist. Maar blijf in balans en laat je lichaam niet achterover leunen – leun liever iets naar voren! En oh ja, houd je rug recht.
3. Draai vanuit die halfgedraaide positie je gezicht naar de camera. Speel met de houding van je gezicht: kijk gerust licht omhoog of schuin opzij, maar overdrijf niet. Onderkinnen verdwijnen als je je hoofd iets naar voren brengt: ‘met je oren naar voren’ wordt je nek langer. Klinkt gek, voelt gek, maar werkt wel.
4. Lang haar kan het best achter één schouder, opgestoken of in een staart, wat de kinlijn zichtbaar maakt. Tenzij je juist het haar wilt accentueren, zoals bij een mysterieuze verscholen blik.
5. Wat doe je met je handen? Van alles, maar niet strak langs je lichaam. Houd minstens één arm gebogen. Losjes op je heup, met een duim in je riem (met de vingers zichtbaar!), breng een hand naar je kin of haal er een door je haar. Alles natuurlijk weer afhankelijk van de uitstraling die je wilt.
6. Glimlach… of juist niet! Glimlachen is lang niet altijd nodig. Vrolijk kijken, mysterieus staren, intens loeren: het kan allemaal. Toch staan de meeste mensen het liefst met een glimlach op de foto. Ik probeer zelf altijd te denken aan een fijne gebeurtenis, hoe dat voelde. Flirt met de camera. En bedenk: lachen doe je vooral met je ogen! Een trucje is om je tong tegen je bovenste gehemelte te houden en licht tussen je tanden te sissen. Laat vooral die tanden zien – dan wordt de lach stralend. Oefen gerust voor de spiegel, maar maak het alsjeblieft niet al te serieus. Als je merkt dat je gezicht te strak wordt, trek dan even wat gekke gezichten, grimassen of schud alles even los. Dat kan ook tijdens de fotoshoot: even bijkomen, even een praatje tussendoor.
Op de foto hierboven zie je dat we sommige tips wel hebben toegepast, maar andere niet. Ik zei al: tip 1 is de belangrijkste. Heb plezier. Het mooiste van deze foto is dan ook het spontane en ontspannen moment. De rest is bijzaak.
Het leukste van Photoshop vind ik de droomwerelden die je kunt creëren. Zonder enige moeite knip en plak je dingen bij elkaar of krijgen mensen kleding of make-up die ze tijdens de opname helemaal niet droegen. Is het erg om een foto te manipuleren? Zolang je niet beweert dat je de werkelijkheid weergeeft, vind ik van niet.
En toch… wat is dat eigenlijk, de werkelijkheid weergeven? Elke taalwetenschapper kan je vertellen dat er nauwelijks een werkelijkheid bestaat; dat de werkelijkheid telkens opnieuw wordt gereconstrueerd met woorden, teksten die we kiezen om onze verhalen te vertellen. Hetzelfde geldt voor beelden: met de beelden vertellen we verhalen, en soms doen we alsof die verhalen de werkelijkheid zijn. Ergens ligt natuurlijke een grens als je te kwader trouw mensen misleidt. Google maar eens op ‘ethiek in de fotografie’.
Ook bij portretfotografie kom je dit soort vragen tegen. Bijvoorbeeld met het ‘mooier maken’ van gezichten. Sommige mensen hebben er geen enkel probleem met rimpels, pukkeltjes of haartjes waar ze ongewenst zijn. Ik vind dat mooi. Mensen zijn niet van plastic, en oneffenheden geven een gezicht karakter. Andere mensen gruwelen ervan, en dat snap ik. Gelukkig is het geen enkele moeite om zo nu en dan wat details te verdoezelen. Maar je kunt daarmee ook te ver gaan, merkte ik. Een portretfoto van mijn schoonzus had ik voor de aardigheid bewerkt tot een soort glossy schilderij uit de vorige eeuw. Prachtig hoor, ze leek wel weer 18 jaar zonder één rimpeltje. Ik vroeg of schoonzus en broer de bewerkte foto als verhuiscadeau op canvas wilden. “Nee,” antwoordde mijn broer. “Het is heel kunstig hoor, maar dit is haar gewoon niet, en waarom zou ik een vreemde aan de muur hangen?” En daar had hij natuurlijk helemaal gelijk in.
Nou goed, dit model met bloemen spreekt voor zich. Van A tot Z gemanipuleerd. Zelfs de oogschaduw…