Drie uur ’s nachts werd ik alweer wakker. En vier uur. En vijf uur. Mijn ledematen begonnen er genoeg van te krijgen om nog langer te blijven liggen, en om zes uur stond ik maar op. Ik zag dat er buiten een prachtige ochtend was begonnen.
Ge-wel-dig! Nog geen mens op straat, helemaal alleen tussen de zingende puttertjes, kneutjes en kijk daar, een gekraagde roodstaart! Ik ademde de geurige lucht met volle teugen.
Ik had in bed kunnen blijven liggen en mezelf heel erg zielig kunnen vinden dat ik niet kon slapen. Maar wat een geweldige ochtend heeft dat niet-kunnen-slapen opgeleverd. Dus wat een geluk eigenlijk dat ik niet had kunnen slapen!
Dat is wat je kunt vinden, daar op de bodem van je diepe dal. Dat is wat al die goeroes daar ook hebben gevonden. Het nieuwe leven. Er ís helemaal geen diep dal. Er is alleen maar jouw beleving van een diep dal
Je bent op de bodem. Dieper kan niet. En daar ontstaat het nieuwe leven.
Ik blijf me er over verbazen. Hoe bijzonder is het dat uit wat mineralen en wat vocht – behoorlijk levenloze zaken toch – opeens iets levends kan ontstaan. Iets wat de voedingsstoffen opslurpt en cellen gaat vormen, structuren die naar beneden en naar boven groeien, die licht omzetten in een kracht waarmee atomen en moleculen op een andere manier worden geordend zodat er een boom ontstaat. Bevatten die mineralen en dat vocht misschien ook iets van een levensenergie? Alles is energie, heb ik geleerd. Zelfs materie, zelfs moleculen en atomen bestaan alleen maar uit energie. Zwaartekracht, massa, de keiharde oppervlakte van een rots: op quantumniveau is er alleen maar kracht en energie.
Leven. Zomaar op deze eenzame planeet die door het koude heelal zwerft. Zomaar in het diepste dal waarin je je kunt bevinden…
Ondertussen staren mij van alle kanten ogen aan. De wereld is interpretatie, en wat is de interpretatie van al die ogen? De kleine bonte specht werkt aan een nieuw hol, kijkt even op en besluit dat ik ongevaarlijk ben. Hij hakt door.
De zwarte specht heeft geen boodschap aan mij. Hij zit op de eieren en vraagt zich alleen maar af wanneer zijn partner komt om hem af te lossen.
De grote bonte specht…
Ai…! Ik hoor een plof naast me, een vage kreet en zie een schim opvliegen. De grote bonte specht zat naast me op de grond, en heeft vermoedelijk al zijn aandacht bij mij gehad toen ik langsliep. Een fatale fout. Had hij geweten dat ik geen bedreiging voor hem was, dan had hij misschien het échte gevaar gezien dat van achter op hem neerdaalde. Deze interpretatie heeft hem zijn leven gekost. Op een tak doodt de sperwer het tegenstribbelende dier en vliegt er daarna mee weg.
Het ree dan! Een prachtige spitser, in de kracht van zijn leven. Op de heenweg loopt hij argeloos langs zonder mij te zien. Ruim een uur later hoor ik achter me iets ritselen. De zon is juist onder, en als ik me omdraai ziet hij me deze keer wel. Hij staat stil, zich afvragend hoe hij mij moet interpreteren. Dan besluit hij dat hij zijn hindes moet waarschuwen, die met de kinderen in het bos lopen. Luid blaffend snelt hij weg.
Als laatste komt de das. Ook een zwerver – van al deze dieren voel ik me het meest verwant met de das. Hij ziet niet zoveel, maar interpreteert zijn wereld door te ruiken. Het is een kalme avond voor hem. Hij gaat even naar de toilet en begint dan rustig aan zijn nachtelijke tocht.
Waar ik ook kijk, overal is zó veel te zien! Wat een onvoorstelbare rijkdom. Zo veel moois, zo veel wonderen! ‘Ontroering is jouw emotie,’ zei een vriendin. Ze heeft gelijk, ik ben een en al ontroering en dankbaar dat ik zo mag genieten van mijn interpretatie van de wereld.
Hij is uit! De serie boeken met de mooiste fotolocaties van PixFactory. Veel fotografen hebben meegewerkt aan deze serie, en het resultaat is geweldig. Ik heb twee gebieden onder mijn hoede genomen (mijn oude liefde Schothorst en mijn nieuwe liefde Einde Gooi) en samen met Hans Brongers de Stulp, plus nog een enkele foto hier en daar. Heerlijk om buiten te zijn, te genieten van zoveel moois en dat dan te kunnen delen met iedereen. En komend jaar dan maar al die andere gebieden bezoeken 😊
“Hoe gaat het?” vroeg een vriendin. “Goed,” zei ik, en was vervolgens vier uur lang aan het vertellen. Over de reis. Vertellen over reizen is leuk.
Vanochtend kwam de zon op door de bomen. Oranje hemel, mistige achtergrond. Ik zag de wirwar van takken en dacht: Dat lijken mijn verhalen wel! Jazeker, er zit structuur in. Maar de verhaallijntjes krioelen door elkaar. Lijntjes komen samen, en vormen een boom. Samen vormen de bomen een bos. Als je er licht op laat schijnen, zie je hoe complex alles in elkaar zit. En hoe mooi.
Bomen die het zicht belemmeren. Of toch niet? Opeens een verrassend doorkijkje.
Laat het licht schijnen. Fiets naar het onbekende. In het vertrouwen dat het fietspad wel zal doorgaan, en dat de mist niet opeens het einde van de wereld blijkt te zijn.
Zonlicht prikt in mijn ogen. Ik doezel, heb nog geen zin om alweer te ontwaken. Ochtendnevel hangt boven de velden als een deken die de mensenwereld verborgen houdt. Vooruit, er wachten ontdekkingen!
Twijfel kruipt als kleine spinnetjes omhoog. Is die zwerftocht nou wel helemaal zo’n goed idee? In een fractie van een seconde heeft mijn brein alle redenen klaar waarom het beslist géén goed idee is. Het is een vlucht. Het is obsessief gedrag. Het is gevaarlijk. Het is een fantasie. Het is nutteloze tijdverspilling. Het is pathetisch. Het is absurd. Het is onzin. Het is… het is… het is…
Ik ben het eens met mijn brein. Maar zodra ik de twee bomen zie, weet mijn hart dat ik goed zit. Ze raken me, die dennen. Diep.
Mooie plek voor een kleine rustpauze. Tijd om mijn vermoeide hoofd te rusten te leggen. Deze eerste dagen hebben me uitgeput.
Een boomklevertje zit zich te poetsen. Ik ben ontroerd. Zó mooi. Heel even ben ik ondergedompeld in een wereld van volmaakte schoonheid. Zo moet het bedoeld zijn.
Ik ga naar huis. Het boomklevertje splitst zich in een boomklevertje ergens ver in het bos, dat onzichtbaar voor mij voortleeft, en een herinnering die bij mij blijft. Een herinnering die langzaam vervaagt – of soms wat sneller -, zoals dat gaat dat met herinneringen.
Ik zet de autoradio aan en de vlijmscherpe stem van Anne Lennox klinkt:
Sweet dreams are made of this Who am I to disagree I travel the world and the seven seas Everybody’s looking for something
Het raakt me. Is dit toeval? Het lijkt alsof de Eurithmics de muziek hebben geschreven die het thema vormt voor mijn huidige staat. I travel the world and the seven seas… Overal zijn mensen op zoek. Liefde, uiteindelijk zoekt iedereen liefde. We zoeken ons rot.
Er is geen pad voorwaarts. Alleen maar sporen die je achterlaat. Daar zit ik dan. Reiziger zonder pad.
Dan maar dwars erdoorheen. Zwerven. Zoeken. Naar wat? Liefde, uiteindelijk zoekt iedereen liefde.
(in interviews geeft Anne Lennox aan dat Sweet Dreams gaat over de ‘existentiële aard van de mens’: we proberen zin te geven aan ons leven om te overleven)