47. Monsters

En zo ging de week in chateau Valogne voorbij. Instructie van Jan Geurtz, mediteren, wandelen en genieten van het natuurschoon en de gesprekken met anderen. Ik verbaasde me over het gemak waarmee dit nieuwe ritme en deze nieuwe omgeving deel van mij werden. Alsof het altijd al zo geweest was. Alleen die geest uit het verleden, die liet me niet los. Wat maakte dat ook hij zich weer liet zien in dit kasteel? Wat kwam hij vertellen?

Ik was niet de enige. Ook de anderen kwamen met hun geesten, verhalen en boodschappenlijstjes. Ik kreeg er de vinger niet achter, ondanks alle gesprekken en meditaties. Totdat de dag kwam dat ik weer in de auto stapte om afscheid te nemen van deze heerlijke plek, een tikje weemoedig.

Voor de lange reis terug greep ik een willekeurige CD die ik nog niet had beluisterd. U2. All that you can’t leave behind. Verdraaid zeg. Daar hadden we dan in dat kasteel gezeten, met allerlei zaken die we niet achter ons hadden kunnen laten. Geesten uit het verleden.

Bono zong. It’s a beautiful day!
Ja, ondanks het vertrek was het een prachtige dag. Vandaag keerde ik huiswaarts met nieuwe inspiratie. Don’t let it get away.

Het tweede nummer klonk. You’ve got to get yourself together. Your’s stuck in a moment you can’t get out. Nou moe! Daar was deze hele week over gegaan. Hoe je wordt meegesleurd door je gedachten, en daar soms niet uit kunt komen. You are such a fool, to worry like you do. Natuurlijk!

Elevation kwam. Verheffing. Alsof de muziek deze week nog eens samenvatte. En daarna Walk on! Ga door. Geef niet op. Leave it behind. You’ve got to leave it behind!

Alles kwam samen. Dit was de boodschap. De geest uit het verleden was ik zelf. Het kasteel, de mensen, dit hele verblijf was ik zelf. En elk monster dat mij ooit angst had aangejaagd of ooit nog zou proberen angst aan te jagen, was niets anders dan ikzelf. Want ik ben de Koning van de Wereld. Mijn wereld.

Het is één ding om iemand te horen zeggen dat de werkelijkheid anders is dan je altijd denkt en dat je eigenlijk zelf de wereld bent. Maar het is onvoorstelbaar om dat ook werkelijk zo te voelen.

Het was een mooi verblijf, daar in Chateau Valogne.

36. Onvolmaakt

Ik dacht altijd dat ik de enige was. In tekeningen en schilderijen maakte ik altijd opzettelijk een storende fout, zodat iedereen naar die fout zou kijken. “Het is een prachtig schilderij, alleen dat ene ding daar. Wat jammer nou, het is bijna perfect!” Voor mij schuilde de perfectie juist in die fout. Overigens vernam ik dat een gerenommeerd Japans schilder – ik ben zijn naam vergeten, als ik hem weer tegen kom zal ik het hier melden  – precies hetzelfde deed. In elk kunstwerk één opzettelijke fout, om daarmee de hoogst mogelijke staat van perfectie te bereiken.

Onlangs nodigde iemand mij uit om tijdens een meditatie te proberen de volmaakte staat van ‘Zijn’ te benaderen. Het zou een gelukzalige staat moeten zijn, niet verstoord door gedachten of emoties. Geen wil om iets te bereiken of veranderen, alleen maar Zijn. Ik stelde me een soort zwart gat voor dat alles opzuigt zodat er niets meer overblijft. Helemaal niet fijn. Gelukkig heb ik die volmaakte staat nog lang niet bereikt, want tijdens de ‘volmaakte stilte’ hoorde ik het bloed ruisen door de bloedvaten in mijn oren, de rode bloedlichaampjes klotsend en botsend tegen elkaar en tegen de celwanden. Zoals ik al zei: mijn gedachten springen alle kanten op.

Perfectie is saai. Het is af. Je hoeft er niets meer mee en je kunt er ook niets meer mee. Een wit papier zonder enige smet, een ronde cirkel zonder ribbeling, wat heb je er aan? Juist de imperfectie trekt mij aan. De hap uit de zon vanmiddag tijdens de zonsverduistering. De klaprozen die alle regels van de kunst schenden. Zo wil ik het hebben.

Wie kan rusten in onvolmaaktheid, weet wat perfectie is.

23. Nieuw leven

Open je ogen.

Je bent op de bodem. Dieper kan niet. En daar ontstaat het nieuwe leven.

Ik blijf me er over verbazen. Hoe bijzonder is het dat uit wat mineralen en wat vocht – behoorlijk levenloze zaken toch – opeens iets levends kan ontstaan. Iets wat de voedingsstoffen opslurpt en cellen gaat vormen, structuren die naar beneden en naar boven groeien, die licht omzetten in een kracht waarmee atomen en moleculen op een andere manier worden geordend zodat er een boom ontstaat. Bevatten die mineralen en dat vocht misschien ook iets van een levensenergie? Alles is energie, heb ik geleerd. Zelfs materie, zelfs moleculen en atomen bestaan alleen maar uit energie. Zwaartekracht, massa, de keiharde oppervlakte van een rots: op quantumniveau is er alleen maar kracht en energie.

Leven. Zomaar op deze eenzame planeet die door het koude heelal zwerft. Zomaar in het diepste dal waarin je je kunt bevinden…

22. De bodem

En dan bereik je de bodem.

Allemaal vertellen ze hetzelfde verhaal. In andere woorden, of misschien vanuit een ander gezichtspunt. Eckhart Tolle over de Kracht van het Nu. Byron Katie met haar vier vragen die je leven veranderen. Jan Geurtz over de verslaving aan denken en vinden van je ware zelf. Hans Knibbe over de vrije en pure dimensie van Zijn. Jelle Hermus over Leven met de wind mee. De Dalai Lama over wijsheid voor de moderne wereld. Deze week ontving ik prachtige oude lezingen van Alan Watts; hetzelfde verhaal. De beginselen zag ik terug in de Emotionally Focused Therapy van Sue Johnson, en in de Geweldloze communicatie van Marshall Rosenberg. Is het waar wat je denkt?

Opvallend hoeveel van hen eerst zelf de bodem moesten bereiken. Niets moet er van je overblijven. Je wereldbeeld, je ego moet versplinterd worden. En dan, alleen in je diepste dal, heb je een keuze. Blijven zitten, of je oprichten.

21. Woede

Flashback. Twee april. Redeloze woede raast in mij. Als het leven een film was, zou ik superkrachten krijgen en alles in puin slaan, in vuur en vlam zetten. Emoties, gevoel dat ik juist gisteren terug heb gevonden kan nu geen kant op. Woede, alles moet kapot!

Het is grote onzin. Ik weet het. Maar stop het nu eens niet weg. Voel het, net als vroeger, doorleef het, weet dat het onzin is maar laat de energie stromen. Duistere energie, vernietigende energie, maar hoe dan ook energie. Laat stromen, zie hoe het stroomt, voel hoe het stroomt.

Neem de tijd om deze storm te laten uitwoeden, alles te laten vernietigen. Pas als de grond is zwartgeblakerd, kijk dan of er nieuw leven ontstaat…

14. Omarmen

“Ik vind hem eng,” zei ze. “En zeker niet geschikt Valentijn. Ik zie het al voor me: Laat uw hart uitrukken door de Portrettenmaker!

Ik schoot in de lach. Natuurlijk had ze gelijk. Het was een te haastige poging geweest om nog even snel iets in elkaar te flansen. Toch raakte het me, want hoe slecht het resultaat ook is, ik houd niet van afwijzingen.

“Omarm je pijn,” zegt mijn spirituele leraar altijd. “Pijn is een kans om spiritueel te groeien.”

Ja ja, ik weet het. Geniet van je ellende. Houd van je verdriet. Prijs jezelf gelukkig als je relatie in de soep loopt. En knuffel je tekortkomingen en je fouten, want ze horen bij jou en ze mogen er zijn.

Nou vooruit, knarsetandend. Ik weet dat hij gelijk heeft. Want niets doet meer pijn, dan het niet willen ervaren van pijn. Voilà één van mijn mooiste mislukkingen. Kom maar op met uw kritiek. Ik smoor het in liefde

10. Twee dennen

Twijfel kruipt als kleine spinnetjes omhoog. Is die zwerftocht nou wel helemaal zo’n goed idee? In een fractie van een seconde heeft mijn brein alle redenen klaar waarom het beslist géén goed idee is. Het is een vlucht. Het is obsessief gedrag. Het is gevaarlijk. Het is een fantasie. Het is nutteloze tijdverspilling. Het is pathetisch. Het is absurd. Het is onzin. Het is… het is… het is…

Ik ben het eens met mijn brein. Maar zodra ik de twee bomen zie, weet mijn hart dat ik goed zit. Ze raken me, die dennen. Diep.

Mooie plek voor een kleine rustpauze. Tijd om mijn vermoeide hoofd te rusten te leggen. Deze eerste dagen hebben me uitgeput.

9. Vaag

Lichtelijk verbijsterd staarde de docent naar mijn foto. Het was de laatste sessie, en iedereen had zijn Meesterwerk meegenomen: een kopie van – of een foto in de geest van – een andere vakfotograaf.

‘Maar…’ aarzelde hij, onzeker wat hij ermee moest. ‘Deze is onscherp!’

Ik schoot in de lach. ‘Dat is de bedoeling. Hij was eerst haarscherp, en ik heb flink wat moeite moeten doen om hem in de nabewerking zo vaag te krijgen. Kijk maar.’ Ik toonde het andere werk aan de groep. Een volledig vaag portret van een onbekende fotografe, niet meer dan wat lichte vlekken tegen een zwarte achtergrond. Mijn foto was een vrijwel identieke kopie, maar mooier en in kleur.

Dat was lang geleden.

8. In het bos

Een boomklevertje zit zich te poetsen. Ik ben ontroerd. Zó mooi. Heel even ben ik ondergedompeld in een wereld van volmaakte schoonheid. Zo moet het bedoeld zijn.

Ik ga naar huis. Het boomklevertje splitst zich in een boomklevertje ergens ver in het bos, dat onzichtbaar voor mij voortleeft, en een herinnering die bij mij blijft. Een herinnering die langzaam vervaagt – of soms wat sneller -, zoals dat gaat dat met herinneringen.

Onze wereld bestaat uit herinneringen. Uit voetstappen achter ons.

2. Paasei

Er ligt een ei voor mijn neus. Ik zit er op te broeden. Er zitten verhalen in. Doen of niet doen? Je weet het maar nooit met die paaseieren. Er kan zomaar een verhaal uitkomen in een smaak die je niet verwacht.

De verhalen gaan over een zacht ei. Dat zachte ei ben ik. Ik zie er vervaarlijk uit in dat groene licht, maar dat is schijn. De groene buitenkant.

Een zacht ei en een paasei. En verhalen. Eerst nog maar een paar nachtjes slapen, en dan gaan we op pad.

Vrolijke tweede paasdag gewenst door de Portrettenmaker, fotograaf uit Hollandsche Rading (tussen Hilversum, Utrecht, Amersfoort, Lage Vuursche).

(voor de kenners: in de Echte Wereld is het een haviksei. Het ongeboren jong in een familie waar drie kinderen zijn opgegroeid. Het is nog heel; het ongeboren jong zit er nog in. Ik heb het nooit durven uitblazen)