31. Koning van de wereld

Onlangs gebeurde het weer. Precies toen mijn leven op zijn kop stond en ik in een haviksei zat te staren om een glimp van de toekomst te zien, belde iemand.

“Hoe is het met je?”

“Dat zal ik straks vertellen,” antwoordde ik “Eerst moet je vertellen waarom je me juist nu belt. Ik wil dat weten. Is het toeval?”

“Ik geloof niet in toeval…”

Dingen gebeuren. De zon komt op, er vliegt een vlinder door de tuin en het straatnaambordje is per ongeluk de verkeerde kant op gedraaid. Of expres, door balorige jongeren die zouden schaterlachen als ze wisten van al die voorbijgangers in verwarring raakten.

Ik ben een dromer, een romanticus, en in mijn wereld gebeuren dingen niet zomaar. Ik houd van magisch denken. Dat straatnaambordje gaat er vast eens toe leiden dat een bevallige dame op de fiets bij mij aanbelt om de weg te vragen, waarna we lang en gelukkig samen verder leven. Die vlinder gaat vast eitjes leggen, en volgend seizoen zal ik de eitjes vinden en fotograferen, de rupsjes met mijn camera volgen tot ze zich verpoppen en er een nieuwe vlinder uitvliegt. En met die fotoserie wordt natuurlijk een prijswinnaar. En de zon… dat weet ik nog even niet, maar in mijn wereld komt de zon ook op speciaal voor mij, bestaat de achterkant van de maan alleen voor mij zodat ik daarover kan nadenken. Ik ben de Koning van mijn wereld.

Dingen gebeuren. Mensen zien dingen, horen dingen, voelen dingen en geven betekenis aan al die ervaringen. Een stofje op de tafel wordt opeens – oh oh, het is hier best wel stoffig. Ik moet hoognodig weer eens stofzuigen maar ik heb daar echt geen tijd meer voor nu. Maar ja , als ik het nu niet doe dan loop ik morgen weet te niezen. Hè jakkes, alleen al bij de gedachte krijg ik jeuk aan mijn neus. Zou dat ook door het stof komen, of is het misschien een schimmelinfectie of misschien wel een allergie, stel je voor dat ik allergisch ben geworden dan moet ik vast andere gordijnen en alle kleden van de vloer wegdoen en een ander bankstel, zo een van leer die zo koud zijn, waar ga ik dat van betalen allemaal?

…. het was een stofje, maar voor je het weet zit je met je gedachten in Tokyo.

Alles krijgt betekenis. Als baby leer je al heel snel dat er een rare ervaring is die ‘zien’ wordt genoemd en dat er een regelmaat in die ervaring zit: als er twee vlekken verschijnen die je maar even voor het gemak ‘ogen’ noemt, dan krijg je kort daarna iets toegestopt in wat je voor het gemak maar even ‘mond’ zal noemen, dat lijkt wel een goede term: mond, en dan geeft dat even later een enorm weldadig gevoel door…. vooruit, noem het je lichaam1. Ervaringen krijgen namen, en die namen maken dat je er een verhaal over kunt verzinnen. Verhalen die bestaan uit herinneringen, verwachtingen en allerlei andere gedachten.

Stel je voor, je bent een grote gele kwikstaart. Je hebt jongen die gevoerd moeten worden. Er vliegt een vlieg voorbij. Snap! Wat een geluk, wat een feest! Welk verhaal zou jij erbij maken? Het kan geen toeval dat ik zomaar met drie vliegen tegelijk bij mijn jong komt – mijn jong dat nog zó onhandig is dat het gewoon uit de snavel laat vallen. Nee, die drie vliegen tegelijk zijn een teken van een lang en gelukkig leven!

Stel je voor, je bent een vlieg. Je was een beetje aan het rondvliegen en opeens: Snap! Wat voor verhaal zou je in die laatste seconde maken? Wat een rotleven. Dit is nou mijn lot. En het was al zo kort. Ik moet wel een verschrikkelijk slecht karma hebben opgelopen in mijn vorige leven…

Dingen gebeuren. Mensen maken verhalen. “Wat bijzonder dat je nu, op dit moment belt. Dat kan toch geen toeval zijn?” Toeval bestaat niet. En ook weer wel.

Ik heb het straatnaambordje overigens weer goed gedraaid.

1 Vrij naar Jan Geurtz gemengd met Douglas Adams: A hitchhiker’s guide to the galaxy.

28. De achterkant van de maan

Bestaat de achterkant van de maan? Ik heb hem nog nooit gezien. De voorkant wel, die zie ik vaak en die ziet er elke dag anders uit. En elke keer moet ik er even naar kijken. Zo bijzonder, die grote bol die vlak bij ons zweeft. En als ik denk aan al die andere bollen die door het heelal zweven, dan snap ik opeens helemaal niets van de schepping. Waarom wij, waarom hier? Soms verbeeld ik me dat ik één krater, een flink grote ergens midden onder, met het blote oog kan zien. Ik heb één bijzonder scherp oog, maar toch is het zien van die krater misschien fantasie.

Maar dan die achterkant. Die heb ik nog nooit gezien. Ik neem aan dat hij bestaat want er zijn foto’s van gemaakt. En ik geloof wel dat die foto’s echt zijn. Bovendien is het inmiddels gemeengoed om aan te nemen dat de maan een bol is, en een bol heeft ook een achterkant. Ik ken de achterkant van de maan dus uit verhalen, uit foto’s en uit logisch nadenken. En toch blijft het me boeien. Hoe weet ik zeker dat iets wat ik nog nooit heb kunnen ervaren echt bestaat?

Stel je voor dat ergens in het heelal zich iets bevindt wat nooit iemand heeft waargenomen en wat nooit zal worden waargenomen, zelfs niet indirect door de invloed op iets anders. Iets wat zich in volstrekte isolatie ergens bevindt en onopgemerkt weer verdwijnt. Als het nooit wordt waargenomen, bestaat het dan?

Deze vragen heb ik jaren terug al eens gesteld. En over een tijdje kom ik er op terug, want dankzij de spirituele lessen van de afgelopen tijd vind ik ze nóg spannender…

26. Loslaten

Het is een gouden regel bij excursies: Vertel nooit wat er niet is te ervaren. “Als u hier vorige maand was geweest, dan had u volop gezang van vogelen gehoord.” Ja lekker dan, we waren hier niet vorige maand dus eigenlijk zeg je dat het vandaag gewoon een prut-excursie is.

Ik zeg: u ziet bij dit blogje géén zwarte spechten.

Het is een gouden regel bij schrijven: Kill your darlings! Al die ideeën, zinnen, woorden die je geniaal vindt – weg ermee! Alles moet ten dienste staan van het verhaal, en overbodige ballast moet weg.

Ik had dus een geweldig idee voor dit blog. Het zou gaan over loslaten, en hoe belangrijk dat is.

Al zo’n twintig jaar mis ik het uitvliegen van spechten. Grote bonte spechten, groene spechten, zwarte spechten: ik volg ze op de voet en verheug me altijd op het moment van uitvliegen. Maar ja, dan komt het werk tussendoor en moet je ook andere nuttige dingen doen. Het dichtstbij was ik in 2012 met een groene specht die ik weken had gevolgd. ’s Ochtends zag ik de vader nog voeren, daarna moest ik even werken, en in de avond was het nest leeg. Oh, en een paar jaar later toen ik bij de zwarte spechten een leeg nest vond en opeens een jong achter me op de stam zag zitten, dat die ochtend dus was uitgevlogen.

Maar dit jaar dan! Héél stiekem hadden de zwarte spechten toch zitten broeden. Waar ze vorig jaar uitbundig roepend hun nieuwe gezin aankondigden, was het dit jaar opvallend stil. Hoewel ik bijna elke dag even kwam kijken heb ik zelfs getwijfeld óf er wel werd gebroed.

Tot deze ochtend. Zoals gebruikelijk zaten de twee jongen – jongetje en meisje – luid te krassen op de rand van het nest. Ongelooflijk, ik had het hele broeden en voeren en alles wekenlang gemist, en nu stonden ze al op het punt van uitvliegen! En het was meteen duidelijk dat het vandaag zou gebeuren.

Eindelijk, na twintig jaar, zou ik spechten zien uitvliegen. De zwarte nog wel. Zo vaak al heb ik de ouders in de buurt van het nest zien zitten roepen: ‘Kom dan, kom dan, je kunt naar buiten komen!” Meestal hadden de kinderen er nog geen zin in, en duurde het nog een paar dagen voordat het nest opeens leeg was. En nu! Op het punt van springen, en daar stond ik met mijn camera.

Ik nestelde mij tegen een boom en wachtte tot de ouders zouden komen roepen.

Toen zag ik ze. Vader en moeder zwarte specht, bij elkaar op een boom iets verderop. Rustig wachtend, kijkend naar mij. De jongen hingen uit het nest, en nu pas viel me op dat ze veel in de richting van hun ouders keken. En de ouders bleven wachten, stil.

Damn! Mijn aanwezigheid was een verstoring. In tegenstelling tot al die andere spechten in al die andere jaren zouden juist deze ouders geen geluid maken zolang ik in de buurt was. Ik stond op. Dan maar geen foto’s.

Waarom kost loslaten zoveel moeite? Waarom doe dat zo veel pijn? Het is nodig. Ouders moeten kinderen laten gaan. Kinderen moeten ouders laten gaan. Geliefden moeten elkaar laten gaan. Ik vind afscheid nemen verschrikkelijk, vooral van mensen. Maar onlangs heb ik iets ontdekt. Wat nou precies het meeste pijn doet. Dat is het afscheid nemen van alle dromen. Dromen van een toekomst samen, van de plannen die je had. Dromen in de vorm van herinneringen aan wat je samen hebt gedaan; herinneringen die een prachtige zonnige gloed krijgen. Het meest pijnlijke van afscheid nemen, is het afscheid nemen van je dromen.

Toen ik me dat realiseerde, werd het opeens veel makkelijker. Jammer dan van die spechten. Laat het maar een droom blijven om dat uitvliegen ooit te zien. Belangrijker is dat ze goed terecht komen. De volgende ochtend was het nest inderdaad leeg en hoorde ik de ouders in de omgeving roepen, bezig met hun nu vrije kinderen.

Na twintig jaar dus geen foto’s. Ook bij dit blogje géén foto’s van de zwarte spechten die uitvliegen, zelfs niet van de ouders en jongen als illustratie bij een tekst over ‘loslaten’. Die foto’s houd ik voor mijzelf, voor mijn droom. Want als ik zo bezig blijf met wat ik allemaal niet hebt, vergeet ik misschien te kijken. Zeg nou zelf, zo’n steenuil is toch ook een schatje?

19. En weer verder

Grillige takken als de verhalen van een betoverd bos en prachtig bloeiende anemonen lokken me verder, steeds verder.

Ondertussen staren mij van alle kanten ogen aan. De wereld is interpretatie, en wat is de interpretatie van al die ogen? De kleine bonte specht werkt aan een nieuw hol, kijkt even op en besluit dat ik ongevaarlijk ben. Hij hakt door.

De zwarte specht heeft geen boodschap aan mij. Hij zit op de eieren en vraagt zich alleen maar af wanneer zijn partner komt om hem af te lossen.

De grote bonte specht…

Ai…! Ik hoor een plof naast me, een vage kreet en zie een schim opvliegen. De grote bonte specht zat naast me op de grond, en heeft vermoedelijk al zijn aandacht bij mij gehad toen ik langsliep. Een fatale fout. Had hij geweten dat ik geen bedreiging voor hem was, dan had hij misschien het échte gevaar gezien dat van achter op hem neerdaalde. Deze interpretatie heeft hem zijn leven gekost. Op een tak doodt de sperwer het tegenstribbelende dier en vliegt er daarna mee weg.

Het ree dan! Een prachtige spitser, in de kracht van zijn leven. Op de heenweg loopt hij argeloos langs zonder mij te zien. Ruim een uur later hoor ik achter me iets ritselen. De zon is juist onder, en als ik me omdraai ziet hij me deze keer wel. Hij staat stil, zich afvragend hoe hij mij moet interpreteren. Dan besluit hij dat hij zijn hindes moet waarschuwen, die met de kinderen in het bos lopen. Luid blaffend snelt hij weg.

Als laatste komt de das. Ook een zwerver – van al deze dieren voel ik me het meest verwant met de das. Hij ziet niet zoveel, maar interpreteert zijn wereld door te ruiken. Het is een kalme avond voor hem. Hij gaat even naar de toilet en begint dan rustig aan zijn nachtelijke tocht.

Waar ik ook kijk, overal is zó veel te zien! Wat een onvoorstelbare rijkdom. Zo veel moois, zo veel wonderen! ‘Ontroering is jouw emotie,’ zei een vriendin. Ze heeft gelijk, ik ben een en al ontroering en dankbaar dat ik zo mag genieten van mijn interpretatie van de wereld.

Intermezzo: Mooiste fotolocaties

Hij is uit! De serie boeken met de mooiste fotolocaties van PixFactory. Veel fotografen hebben meegewerkt aan deze serie, en het resultaat is geweldig. Ik heb twee gebieden onder mijn hoede genomen (mijn oude liefde Schothorst en mijn nieuwe liefde Einde Gooi) en samen met Hans Brongers de Stulp, plus nog een enkele foto hier en daar. Heerlijk om buiten te zijn, te genieten van zoveel moois en dat dan te kunnen delen met iedereen. En komend jaar dan maar al die andere gebieden bezoeken 😊

12. Hand in hand

“Ik neem wel eens foto’s van oudere mensen die hand in hand lopen. Het is zo mooi. Kwetsbaar en sterk tegelijk. De essentie van liefde is dat je je kwetsbaar durft op te stellen en dat je weet dat die ander er zorgvuldig mee zal omgaan. Er lopen veel stellen samen op straat, maar pas als ze hand in hand lopen, zie je dat het goed zit, dat ze zich open stellen voor elkaar. People are meant to be together.

Als kind droomde ik van later. Ik groeide op in een cultuur waarin films en verhalen voortdurend het romantische ideaal vertellen. Je wordt verliefd, je gaat trouwen, je krijg kinderen en je wordt samen oud. Ons huis was groot, met een enorme bovenverdieping. Ik zie me nog als klein meisje boven door de gang lopen. Dan gleed ik met mijn vinger langs de muur en fluisterde: “I want to be loved.” En dat is nog steeds zo. Emotioneel, spiritueel en fysiek.

Mijn ouders zijn gescheiden. Beiden zijn nu alleen, en dat voelt niet goed. Ik weet niet wat mijn eigen toekomst gaat brengen. Er is geen plan, ik beweeg met wat zich aandient. Maar samen oud worden, dat wil ik.”

10. Twee dennen

Twijfel kruipt als kleine spinnetjes omhoog. Is die zwerftocht nou wel helemaal zo’n goed idee? In een fractie van een seconde heeft mijn brein alle redenen klaar waarom het beslist géén goed idee is. Het is een vlucht. Het is obsessief gedrag. Het is gevaarlijk. Het is een fantasie. Het is nutteloze tijdverspilling. Het is pathetisch. Het is absurd. Het is onzin. Het is… het is… het is…

Ik ben het eens met mijn brein. Maar zodra ik de twee bomen zie, weet mijn hart dat ik goed zit. Ze raken me, die dennen. Diep.

Mooie plek voor een kleine rustpauze. Tijd om mijn vermoeide hoofd te rusten te leggen. Deze eerste dagen hebben me uitgeput.

Oranje geluk

Toeval. Serendipiteit. Karma. Het leven is één groot weefsel van gebeurtenissen die op je pad komen, deels omdat je zelf op pad gaat en deels omdat er gewoon van alles op je pad komt. Jazeker, natuurfotografie is een kwestie van plannen en tijd vrijmaken en duizend keer op pad gaan om die éne foto te maken. Maar het is ook gewoon toeval.

Het zou een heldere, koude avond worden en ik besloot spontaan nog even op pad te gaan naar een plek waar ik tien jaar geleden wel eens kwam, om te kijken of daar nog altijd reeën waren te zien. Niet eens om te fotograferen, meer om te verkennen of het zin had later nog eens terug te komen en dan op de juiste plek af te wachten.

Ja, de reeën lieten zich zien. Prachtig zelfs, en ik heb zowaar wat foto’s gemaakt. Maar teruglopend zag ik de laatste restjes zonlicht, en de Schotse hooglanders die terugkeerden naar de schaduwen. Een unieke kans, en oh nee, de zon was al bijna onder! Ik snelde naar de zon en kon me nog nét even achter hen plaatsen.

Plannen, geduld en veel uren buiten. En als er dat wat geluk bij komt, is alles goed.

Veel geluk gewenst door de Portrettenmaker, fotograaf uit Hollandsche Rading (tussen Hilversum, Utrecht, Amersfoort, Lage Vuursche)

Te veel moois!

De lente is in aantocht. Klimatologisch is hij er al, want voor de weerstatistieken wordt 1 maart als startdatum beschouwd. Maar de astronomische lente is de enige echte, en die is dit jaar voorzien op 20 maart om 10:37.

En tja, met die lente wordt ik altijd helemaal tureluurs. Er komt zo veel moois tevoorschijn, en al dat moois wil gezien worden! Vandaar deze keer drie totaal verschillende foto’s. Wat ik al zei: specialiseren op één type foto lukt me gewoon niet.

De zonsopkomst en de krokussen spreken voor zich. Maar wat doet die vogel erbij? Het is de middelste bonte specht – een tikje kleiner dan de heel algemene grote bonte, en fors groter dan de kleine bonte specht. Altijd goed herkenbaar aan zijn rode petje en zijn bleke snoet. Behalve aan het eind van de zomer wanneer de jonge grote bonte spechten uitvliegen, want die lijken er verdraaid veel op. Elk jaar stijgt dan ook rond die tijd het aantal waarnemingen van de ‘middelste bonte specht’ spectaculair.

Enfin, terwijl ik op de grond de krokussen op de foto zette, vloog boven mijn hoofd deze middelste bonte specht foeragerend van boom tot boom. Af en toe zat hij even stil om luid roepend zijn territorium af te bakenen. Ik kan daar zo van genieten!

Groepsexcursies zitten er nu nog even niet in. Maar wilt u ook eens mee om al dat moois te fotograferen, vraag dan naar de mogelijkheden voor een persoonlijke foto-excursie. Warme lentegroet van de Portrettenmaker, fotograaf uit Hollandsche Rading (tussen Hilversum, Utrecht, Amersfoort, Lage Vuursche).