36. Onvolmaakt

Ik dacht altijd dat ik de enige was. In tekeningen en schilderijen maakte ik altijd opzettelijk een storende fout, zodat iedereen naar die fout zou kijken. “Het is een prachtig schilderij, alleen dat ene ding daar. Wat jammer nou, het is bijna perfect!” Voor mij schuilde de perfectie juist in die fout. Overigens vernam ik dat een gerenommeerd Japans schilder – ik ben zijn naam vergeten, als ik hem weer tegen kom zal ik het hier melden  – precies hetzelfde deed. In elk kunstwerk één opzettelijke fout, om daarmee de hoogst mogelijke staat van perfectie te bereiken.

Onlangs nodigde iemand mij uit om tijdens een meditatie te proberen de volmaakte staat van ‘Zijn’ te benaderen. Het zou een gelukzalige staat moeten zijn, niet verstoord door gedachten of emoties. Geen wil om iets te bereiken of veranderen, alleen maar Zijn. Ik stelde me een soort zwart gat voor dat alles opzuigt zodat er niets meer overblijft. Helemaal niet fijn. Gelukkig heb ik die volmaakte staat nog lang niet bereikt, want tijdens de ‘volmaakte stilte’ hoorde ik het bloed ruisen door de bloedvaten in mijn oren, de rode bloedlichaampjes klotsend en botsend tegen elkaar en tegen de celwanden. Zoals ik al zei: mijn gedachten springen alle kanten op.

Perfectie is saai. Het is af. Je hoeft er niets meer mee en je kunt er ook niets meer mee. Een wit papier zonder enige smet, een ronde cirkel zonder ribbeling, wat heb je er aan? Juist de imperfectie trekt mij aan. De hap uit de zon vanmiddag tijdens de zonsverduistering. De klaprozen die alle regels van de kunst schenden. Zo wil ik het hebben.

Wie kan rusten in onvolmaaktheid, weet wat perfectie is.

34. Verwachting

Nee, het wordt geen ontmoeting. “Ik heb moeite met verwachtingen die mannen vaak van me hebben,” schrijft ze. “Ik voel me zelden tot iemand aangetrokken. Enthousiasme voel ik als ballast. Ik ben zeer gevoelig.”

Zelden aangetrokken. Ik ben verbaasd. Heeft ze het over mij? Ben ik enthousiast, heb ik verwachtingen? In dat laatste moet ik haar onmiddellijk gelijk geven. Ja, natuurlijk heb ik verwachtingen. Als ik ’s ochtend uit bed spring dan verwacht ik dat er naast het bed een vloer is die mij opvangt, en dat ik niet in een peilloze diepte stort. Ik denk er nooit zo over na, maar verwachtingen zijn de lijm van mijn wereld. Ik zal mijn macro lens maar meenemen, want misschien staat er wel ereprijs in de berm.

Een verwachting is een idee, een verhaal over de toekomst. Een verzinsel dus dat waarheid kan worden of niet. De verwachting zelf zal niet haar probleem zijn. Wel het gevoel bij die verwachting. Ik hoop maar dat er ereprijs staat! Hoopvolle verwachting leidt tot spanning, en spanning leidt tot vreugde of teleurstelling. Deze zwerftocht ben ik zonder doel begonnen, met alleen een vaag idee over de richting die ik zou gaan. En nu begint iemand over mijn verwachtingen, om vervolgens een barrière over mijn pad te gooien.

De ereprijs staat in de berm, en ik ben blij. De ontmoeting komt er niet, en ik realiseer me dat ik een schurend gevoel van afwijzing voel. “Ik denk dat verwachtingen zelden worden losgelaten,” schrijft ze, nog voordat ik heb kunnen nadenken over aantrekken, verwachten, ontmoeten en ereprijs. Morgen toch maar even uitkijken voordat ik weer uit bed spring.

33. Krioelen

In het bos zag ik een mierennest bomvol rode bosmieren. ‘Verrek zeg…’ dacht ik. ‘Dat lijken mijn gedachten wel!’ Het ‘voorjaarszonnen’ bij de bosmieren is een fenomeen dat je alleen op de eerste zonnige lentedagen kunt waarnemen. Het lijkt wel alsof alle mieren tegelijk naar buiten komen om samen feest te vieren. Waarschijnlijk nemen ze in hun lichaam warmte op, en brengen ze die vervolgens onder de grond het nest in.

Bij dzogchen meditatie is het de bedoeling dat je naar je gedachten kijkt. Hoe een gedachte opkomt, even bestaan en weer verdwijnt als er nieuwe gedachten opkomen. ‘Gedachten stilzetten kan niet,’ zegt mijn leraar altijd. ‘Dus vergeet die wellness meditatie waarbij wordt gezegd dat je nergens aan moet denken om tot rust te komen. Dat is volstrekt onmogelijk. Kijk hoe je gedachten voorbij komen, alsof je langs een rivier gaat zitten kijken naar de stroming.’

Ik heb altijd wat moeite met die metafoor. Mijn gedachten geven meestal de associatie met die keer dat er een brandende lucifer achteloos werd weggegooid in een doos vol vuurwerk. Alles knalt en sist en vliegt gillend de doos uit.

Maar nu heb ik een nieuwe metafoor, voor als het wat rustiger is van binnen. Dit nest bosmieren, een krioelende hoop beweging waarvan de precieze functie nog steeds niet helemaal duidelijk is. Machtig mooi toch, die natuur.

28. De achterkant van de maan

Bestaat de achterkant van de maan? Ik heb hem nog nooit gezien. De voorkant wel, die zie ik vaak en die ziet er elke dag anders uit. En elke keer moet ik er even naar kijken. Zo bijzonder, die grote bol die vlak bij ons zweeft. En als ik denk aan al die andere bollen die door het heelal zweven, dan snap ik opeens helemaal niets van de schepping. Waarom wij, waarom hier? Soms verbeeld ik me dat ik één krater, een flink grote ergens midden onder, met het blote oog kan zien. Ik heb één bijzonder scherp oog, maar toch is het zien van die krater misschien fantasie.

Maar dan die achterkant. Die heb ik nog nooit gezien. Ik neem aan dat hij bestaat want er zijn foto’s van gemaakt. En ik geloof wel dat die foto’s echt zijn. Bovendien is het inmiddels gemeengoed om aan te nemen dat de maan een bol is, en een bol heeft ook een achterkant. Ik ken de achterkant van de maan dus uit verhalen, uit foto’s en uit logisch nadenken. En toch blijft het me boeien. Hoe weet ik zeker dat iets wat ik nog nooit heb kunnen ervaren echt bestaat?

Stel je voor dat ergens in het heelal zich iets bevindt wat nooit iemand heeft waargenomen en wat nooit zal worden waargenomen, zelfs niet indirect door de invloed op iets anders. Iets wat zich in volstrekte isolatie ergens bevindt en onopgemerkt weer verdwijnt. Als het nooit wordt waargenomen, bestaat het dan?

Deze vragen heb ik jaren terug al eens gesteld. En over een tijdje kom ik er op terug, want dankzij de spirituele lessen van de afgelopen tijd vind ik ze nóg spannender…

Intermezzo: De winkel is open!

Zin om te shoppen? Dat kan! Ik ben enorm trots dat ik vandaag mijn eerste winkel kan openen. Op de nieuwe pagina Shop kunt u kiezen tussen kunstwerken met een bijzondere emotionele of artistieke waarde die in een beperkte oplage door mijzelf worden verkocht, of werk waarvan de verkoop wordt geregeld via Werk aan de Muur. In alle gevallen kiest u de uitvoering die het best bij u past: het formaat en ook het medium waarop wordt gedrukt (bijvoorbeeld papier, canvas, aluminium of perspex).

Alleen het beste

Alleen de allerbeste foto’s van de allerbeste kwaliteit krijgen een plekje in de winkel. Zodat u met een gerust hart de foto desnoods billboard – formaat kunt laten afdrukken. En mocht u niet vinden wat u zoekt of foto’s willen gebruiken voor andere doelen, aarzel dan niet om een berichtje te sturen.

Kijk gerust even rond in de Shop. Ik ben benieuwd wat u ervan vindt!

(de foto hierboven staat bij Werk aan de Muur, getiteld ‘Oude westen in nieuw Nederland’. Het lijkt een tafereel uit het oude westen, maar het is Nederland. Heckrunderen op de Hellegatsplaten)

24. Nieuwe dag

Drie uur ’s nachts werd ik alweer wakker. En vier uur. En vijf uur. Mijn ledematen begonnen er genoeg van te krijgen om nog langer te blijven liggen, en om zes uur stond ik maar op. Ik zag dat er buiten een prachtige ochtend was begonnen.

Ge-wel-dig! Nog geen mens op straat, helemaal alleen tussen de zingende puttertjes, kneutjes en kijk daar, een gekraagde roodstaart! Ik ademde de geurige lucht met volle teugen.

Ik had in bed kunnen blijven liggen en mezelf heel erg zielig kunnen vinden dat ik niet kon slapen. Maar wat een geweldige ochtend heeft dat niet-kunnen-slapen opgeleverd. Dus wat een geluk eigenlijk dat ik niet had kunnen slapen!

Dat is wat je kunt vinden, daar op de bodem van je diepe dal. Dat is wat al die goeroes daar ook hebben gevonden. Het nieuwe leven. Er ís helemaal geen diep dal. Er is alleen maar jouw beleving van een diep dal

15. De bomen en het bos

“Hoe gaat het?” vroeg een vriendin. “Goed,” zei ik, en was vervolgens vier uur lang aan het vertellen. Over de reis. Vertellen over reizen is leuk.

Vanochtend kwam de zon op door de bomen. Oranje hemel, mistige achtergrond. Ik zag de wirwar van takken en dacht: Dat lijken mijn verhalen wel! Jazeker, er zit structuur in. Maar de verhaallijntjes krioelen door elkaar. Lijntjes komen samen, en vormen een boom. Samen vormen de bomen een bos. Als je er licht op laat schijnen, zie je hoe complex alles in elkaar zit. En hoe mooi.

Bomen die het zicht belemmeren. Of toch niet? Opeens een verrassend doorkijkje.

Laat het licht schijnen. Fiets naar het onbekende. In het vertrouwen dat het fietspad wel zal doorgaan, en dat de mist niet opeens het einde van de wereld blijkt te zijn.

Oranje geluk

Toeval. Serendipiteit. Karma. Het leven is één groot weefsel van gebeurtenissen die op je pad komen, deels omdat je zelf op pad gaat en deels omdat er gewoon van alles op je pad komt. Jazeker, natuurfotografie is een kwestie van plannen en tijd vrijmaken en duizend keer op pad gaan om die éne foto te maken. Maar het is ook gewoon toeval.

Het zou een heldere, koude avond worden en ik besloot spontaan nog even op pad te gaan naar een plek waar ik tien jaar geleden wel eens kwam, om te kijken of daar nog altijd reeën waren te zien. Niet eens om te fotograferen, meer om te verkennen of het zin had later nog eens terug te komen en dan op de juiste plek af te wachten.

Ja, de reeën lieten zich zien. Prachtig zelfs, en ik heb zowaar wat foto’s gemaakt. Maar teruglopend zag ik de laatste restjes zonlicht, en de Schotse hooglanders die terugkeerden naar de schaduwen. Een unieke kans, en oh nee, de zon was al bijna onder! Ik snelde naar de zon en kon me nog nét even achter hen plaatsen.

Plannen, geduld en veel uren buiten. En als er dat wat geluk bij komt, is alles goed.

Veel geluk gewenst door de Portrettenmaker, fotograaf uit Hollandsche Rading (tussen Hilversum, Utrecht, Amersfoort, Lage Vuursche)

Te veel moois!

De lente is in aantocht. Klimatologisch is hij er al, want voor de weerstatistieken wordt 1 maart als startdatum beschouwd. Maar de astronomische lente is de enige echte, en die is dit jaar voorzien op 20 maart om 10:37.

En tja, met die lente wordt ik altijd helemaal tureluurs. Er komt zo veel moois tevoorschijn, en al dat moois wil gezien worden! Vandaar deze keer drie totaal verschillende foto’s. Wat ik al zei: specialiseren op één type foto lukt me gewoon niet.

De zonsopkomst en de krokussen spreken voor zich. Maar wat doet die vogel erbij? Het is de middelste bonte specht – een tikje kleiner dan de heel algemene grote bonte, en fors groter dan de kleine bonte specht. Altijd goed herkenbaar aan zijn rode petje en zijn bleke snoet. Behalve aan het eind van de zomer wanneer de jonge grote bonte spechten uitvliegen, want die lijken er verdraaid veel op. Elk jaar stijgt dan ook rond die tijd het aantal waarnemingen van de ‘middelste bonte specht’ spectaculair.

Enfin, terwijl ik op de grond de krokussen op de foto zette, vloog boven mijn hoofd deze middelste bonte specht foeragerend van boom tot boom. Af en toe zat hij even stil om luid roepend zijn territorium af te bakenen. Ik kan daar zo van genieten!

Groepsexcursies zitten er nu nog even niet in. Maar wilt u ook eens mee om al dat moois te fotograferen, vraag dan naar de mogelijkheden voor een persoonlijke foto-excursie. Warme lentegroet van de Portrettenmaker, fotograaf uit Hollandsche Rading (tussen Hilversum, Utrecht, Amersfoort, Lage Vuursche).

Sahara stof in de atmosfeer

Deze week deed zich in de atmosfeer een bijzonder fenomeen voor: fijn zand uit met warme winden uit de Sahara aangevoerd. Op satellietfoto’s was de wolk goed te volgen. In de loop van honderden miljoenen jaren is dat al vaak gebeurd; zó vaak dat het woestijnstof in Europa dikke lagen löss heeft gevormd. Bijvoorbeeld in Limburg.

Op sommige plekken veroorzaakte het stof fraaie rode zonsopkomsten en – ondergangen. Hier op de Hoorneboegse heide was de hemel een kwartiertje vóór zonsopkomst op zijn mooist. Maar ook zonder rood is het een apart gezicht: dat bleke zonnetje in die grauwe sluier.

Dit soort natuurverschijnselen roepen bij mij altijd een oergevoel op: hoe bijzonder is het om op deze planeet te wonen, de Sahara te kunnen zien en de werking van wereldwijde klimaatsystemen, en nu getuige te zijn van processen die in honderden miljoenen jaren ons landschap vorm hebben gegeven. Wat bof ik dat ik dit soort dingen mag meemaken!

Warme groet van de Portrettenmaker, fotograaf uit Hollandsche Rading (tussen Hilversum, Utrecht, Amersfoort, Lage Vuursche).